Samenvatting Dit artikel bekijkt strips in de Belgische dagbladpers
tijdens de jaren 1945-1950 vanuit twee invalshoeken. In een eerste deel wordt
er ingegaan op het strippublicatiebeleid van een twintigtal kranten : wie
publiceerde wat, hoeveel publiceerde men, hoe gingen de kranten met strips
om, waren ze belangrijk, vanwaar kwamen die strips, hoe werd er omgegaan met
de auteurs, … ? Blijkt dat strips in de bestudeerde kranten (op enkele
uitzonderingen na) belangrijk tot zeer belangrijk waren. Ze werden
ingeschakeld als verkoopsargument, er werd (veel) aandacht aan besteed, en er
werd relatief veel gepubliceerd. Ook opvallend is de grote diversiteit van
het gepubliceerde, zowel qua stijlen, genres als landen van oorsprong. Daarin
valt het Belgische aandeel zeker niet te onderschatten. In een tweede deel wordt nagegaan of de strips voor de
betrokken kranten naast een ontspanningsfunctie ook een opiniëringsfunctie
hadden. Het antwoord hierop is overduidelijk ja, hoewel zeer grote variaties
op te tekenen zijn tussen de verschillende kranten en auteurs.
Allesomvattende verklaringen zijn hiervoor niet te geven, het al dan niet
aanwezig zijn van politieke standpunten in verhalen blijkt een combinatie te
zijn van een hele reeks factoren (ingesteldheid van de auteur, verwachtingen
van de krant, levering van verhalen door agentschappen, enz.). Alleszins is
duidelijk dat de strips in de toenmalige pers allerlei politieke standpunten
overbrachten op de lezers, gaande van ernstige onderwerpen als de
Koningskwestie, de Koude Oorlog, de repressie, taaltoestanden, de
verkiezingen, de Tweede Wereldoorlog, het belang van democratie, het gevaar
van de atoombom en andere uitvindingen, communisme en anticommunisme tot
banale alledaagsheden als de stiptheid en de prijzen van de trams. |