|
|
7.3. Binnen- en buitenlands materiaal 7.4. De Tweede Wereldoorlog : de strijd, het verzet
en de Duitsers 7.7. Maatschappelijke kwesties en misdaadpreventie
in de VS 7.12. De politieke tegenstanders van de katholieken 7.13. Politieke en militaire leiders 7.16. Godsdienst en Vlaanderen 7.18. Wetten en politieke maatregelen 7.20. Reacties op politieke standpunten 7.21. Het probleem van de concentratie in de
Vlaamse katholieke pers 7.22. Politieke inhoud en land van
oorsprong 7.23. Waarom komen er in bepaalde
verhalen wel politieke elementen voor en in andere niet ? |
|
|
|
In dit deeltje zal geprobeerd worden de politieke elementen uit de verhalen
met elkaar te vergelijken en ze in een breder kader te plaatsen. Een reeks
thema's zullen in die zin overlopen worden, maar eerst moeten we stilstaan
bij enkele algemene aspecten. Als
er voorbeelden gegeven worden, gebeurt dat aan de hand van de naam van de
auteur, de titel van het verhaal of de titel van de reeks. Precieze
referenties zijn terug te vinden in de besprekingen per krant. 7.1. Typologie Zoals we in de besprekingen per krant al hebben gezien, kunnen
politieke elementen in de besproken strips zeer verschillende vormen
aannemen. Het eenvoudigste zijn opmerkingen, waarin de verteller of één van
de personages inspelen op de
actualiteit of op een politiek thema. Daarbij horen onder andere opmerkingen
over de belastingen, de Koningskwestie, de tram, het liberaal
verkiezingsprogramma, enz. Daarnaast heeft men situaties die naar de werkelijkheid
verwijzen, zoals bijvoorbeeld de scènes uit Suske en Wiske waarbij
Vandersteen zich uitspreekt voor vergevingsgezindheid en amnestie, of de
scènes uit verschillende verhalen die verwijzen naar de (volks)repressie. Of,
om het bij Vandersteen te houden, de scène uit Bibbergoud waar het
"stemrecht der squaws" aan bod komt. En tenslotte zijn er de verhalen die volledig opgebouwd
zijn rond een politiek thema. Ze bestaan uit een aaneenrijging van de net
vermelde opmerkingen en situaties. Voorbeelden hiervan zijn Proleetje en
Fantast (de klassenstrijd), Folichon (het verzet tegen de Duitsers), Mickey
Mouse tegen het IJzeren Masker (de strijd om de democratie) en Het Vals Gebit
van Tijl Uilenspiegel (de IJzertoren, de Koningskwestie en het Vlaams
bewustzijn). De link tussen het verhaal en de maatschappij kan ook
op verschillende manieren gelegd worden. Natuurlijk is die link vaak evident
: als er opmerkingen gegeven worden over de trams, of over de belastingen,
dan is het voor elke lezer onmiddellijk duidelijk waar het over gaat. Maar soms moet de lezer aan de hand van de opmerkingen
en verwijzingen grotendeels zelf de link leggen. Dat is bijvoorbeeld het
geval in het Suske en Wiske-verhaal De Bokkerijder, waarin op allerlei
manieren op de repressie ingespeeld wordt. Het gebeurt echter indirect, via
de Bokkenrijders, en de lezer moet zelf deze twee thema's verbinden. Allerlei elementen kunnen helpen die link gemakkelijker
te leggen, zoals (vervormde) namen en karikaturen van politici, of van andere
mensen. Het Speek-personage in Het Vals Gebit is daar een mooi voorbeeld van,
maar ook in andere verhalen krijgen sommige personages de naam en/of het uiterlijk
van bekenden. Denk maar aan de optredens van Spaak, Huysmans en Lalmand in
het Van Zwam-verhaal De hoed van Geeraard de Duivel, of nog het personage
Bertus den Haze in De Bokkerijder. Wat de lezer ook op weg helpt, zijn
uitspraken als "Waar heb ik dat nog gezien ?" bij het kapotslaan
van de inboedel van Matsuoka, uit het Van Zwam-verhaal Het geheim van
Matsuoka. En natuurlijk helpt ook het opnemen van reële situaties
bij het leggen van de link. Weer is Het Vals Gebit daar het beste voorbeeld
van, met het voorkomen van de IJzertoren, van stakingen, van een Mars op
Brussel, enz. 7.2. Politiek en vertelstijl Opvallend is dat het overgrote deel van de reeksen met
een politieke inhoud humoristisch zijn. Niet alleen van tekenstijl, maar ook
van inhoud. De politieke kwesties worden dan ook op een humoristische manier
behandeld. Voorbeelden zijn Suske en Wiske, Bazielken, Van Zwam, Tijl
Uilenspiegel, Mickey Mouse, … Maar ook in realistische reeksen komt politiek aan bod,
en dan natuurlijk wel op een serieuze manier. Voorbeelden hiervan zijn de
Amerikaanse reeksen Rip Kirby en L'agent secret X-9. Een verhaal dat moeilijk te plaatsen is, is
"Folichon dans la résistance" waarbij zeer ernstige feiten (de
oorlog en het doden van Duitsers) op een ongelooflijk luchtige en bijna
grappige manier verteld worden. 7.3. Binnen- en buitenlands materiaal Vooraleer verder te gaan moet nog eens de nadruk gelegd
worden op het verschil tussen Belgisch en buitenlands materiaal. Voor het
Belgisch materiaal was er meestal een directe band aanwezig tussen de auteur
en de krant, zodat de standpunten van de krant regelmatig in de verhalen
terug te vinden zijn. Voor het buitenlands materiaal ligt dat allemaal
anders. Een krant sloot een contract met een agentschap voor een bepaalde reeks,
en had dus niet echt invloed op de inhoud daarvan. De krant kon natuurlijk
wel een einde maken aan het contract, maar rechtstreeks invloed uitoefenen
ging niet. De inhoud van deze strips linken aan het gedachtegoed van de krant
heeft dan ook niet zoveel zin. Deze buitenlandse reeksen moeten in een iets
ander kader gezien worden. De vraag wordt hier meer : welke ideeën,
standpunten komen via die buitenlandse strips ons land binnen ? 7.4. De Tweede Wereldoorlog : de strijd, het
verzet en de Duitsers Duitsers worden natuurlijk op een zeer onaangename
manier voorgesteld. Ze zijn hoogmoedig, dom, arrogant, oorlogszuchtig,
onsympathiek, hebben typische smoelwerken, voeren folteringen uit en zijn
overtuigd van hun gelijk. Ze spreken met een idioot accent en krijgen
typische namen (vooral Fritz) toebedeeld. Ook zijn een hoop scheldwoorden en
negatieve beschrijvingen voor Duitsers voorhanden. Het verst wordt er gegaan
in Folichon, waar de auteur er blijkbaar een genoegen in schept zijn verzetsstrijder
een hoop Duitsers op min of mee humoristische wijze te laten vermoorden. In alle verhalen worden Duitsers op deze manier
voorgesteld. Zo kort na de oorlog kon men natuurlijk moeilijk iets anders
verwachten. De auteurs rekenen blijkbaar op hun manier af met de
ex-bezetters. Negatieve houdingen over het verzet zijn dan weer
nergens te vinden. Als het verzet aan bod komt, is het duidelijk in positieve
zin. Net als over het feit dat Duitsers slecht zijn, is er in de verhalen een
consensus over het feit dat het verzet goed werk geleverd heeft. De verhalen
in kwestie verschijnen in Le Drapeau Rouge, De Roode Vaan, Het Belang van
Limburg en La Wallonie. Le Drapeau Rouge verheerlijkt het verzet doorheen de
biografie van "Colonel Fabien", terwijl La Wallonie daarvoor een
beroep doet op het fictieve personage Folichon. In De Roode Vaan (Proleetje
en Fantast) wordt moedig gedrag vergeleken met guerillapartizanen. Bij de communisten is het duidelijk dat het om het
communistische verzet gaat, in Folichon is identificatie met een bepaalde
verzetsbeweging niet mogelijk : er wordt nergens de naam van de organisatie
vermeld. Dat gebeurt wel in "Nantje en Jetje" van Anne-Marie Prijs,
waar de verzetsstrijders deel uitmaken van het BNB. De houding ten opzichte van de geallieerden is dan weer
verscheidener. In de meeste oorlogsverhalen is voor de geallieerden een
heldenrol weggelegd : in Nantje en Jetje worden ze door de bevolking op
gejuich onthaald (hoewel er in het verhaal toch een bombardementsfout
gebeurt), en verzetsstrijder Folichon haast zich naar Engeland om in dit
"beloofde land" of "land van de vrijheid" de strijd tegen
de Duitsers verder te zetten. Maar de houding is niet overal even positief. In de
Fabien-biografie wordt de rol van de geallieerden ongeveer doodgezwegen,
zodat het communistisch verzet alle pluimen op haar hoed kan steken. En bij
Willy Vandersteen vindt men zelfs een negatieve houding ten opzichte van de
geallieerden. Eén keer heeft hij het over een "geallieerde
bezetter", en op een ander moment wijst hij op de bombardementsfouten
tijdens de oorlog (het "bombarderen van
militaire-burger-objectieven"). Hetzelfde gebeurt met het Marshallplan,
dat hij het "Marcheer-maar-al-plan" noemt en associeert met een
nachtmerrie. In De Mottenvanger uit Vandersteen trouwens ook kritiek op de
regering-Pierlot. Hiermee sluit hij duidelijk aan bij de denkbeelden van
Leopold III. 7.4.4. Verwijzingen naar de oorlog In de Amerikaanse reeksen Steve Canyon en X-9 wordt er
"gefilosofeerd" over de Tweede Wereldoorlog. Oorlog blijkt niet
echt iets positiefs te zijn, maar als hij uitbreekt moet men zich uit
patriottisme engageren. Tegenover desertie wordt dan ook heel lastig gedaan.
Ook wordt in deze twee reeksen de schuld van al de slachtoffers bij de
Japanners gelegd. Hier krijgen we dus al een beeld van de Verenigde Staten
die zich hebben moeten verdedigen tegen de Japanse aanvallers, een beeld dat
ook in de Koude Oorlog een rol zou spelen. 7.4.5. De Duitsers na de oorlog Als we de stripauteurs mogen geloven, werden de
Duitsers na het beëindigen van de oorlog nog altijd als gevaarlijk beschouwd.
Zowel op individuele als op collectieve basis zijn ze nog in staat de wereld
te laten voelen dat ze bestaan. Zo komt Kappie op een eiland in contact met
een bende Duitse soldaten die niet beseffen dat de oorlog gedaan is. En in
verschillende verhalen duiken er ex-nazi's (natuurlijk als slechteriken) op :
bijvoorbeeld in het kortverhaal Le trésor du pendu (La Dernière Heure) en in
L'agent secret X-9. In MacNib, dat zich afspeelt in de jaren 1880, zijn de
Duitsers al even gevaarlijk. Ook Hitler herverschijnt enkele keren op het toneel. In
Van Zwam blijkt hij in Alaska te leven, en in Tijl Uilenspiegel koestert de
ex-Führer onder de naam Pittler plannen om de wereld te vernietigen. Nergens
worden Duitsers op een positieve manier voorgesteld, wat zeer begrijpelijk
is. Het heeft natuurlijk tot gevolg dat het wantrouwen tegenover Duitsers in
stand gehouden wordt. Weer krijgen we vrij eensgezinde auteurs. Oorlog wordt
nergens verheerlijkt. De strijd van Folichon en van "Colonel
Fabien" tegen de Duitsers en die van de aardbewoners tegen de Marsianen
in Fred Sander worden natuurlijk wel verheerlijkt, maar dat kan men moeilijk
beschouwen als een verheerlijking van oorlog. Het gaat om het verdedigen van
zijn land tegen indringers. Trouwens, in "Fred Sander" is het feit
dat de strijdende partijen uiteindelijk gaan samenwerken veel belangrijker
dan de strijd zelf. In allerlei andere verhalen wordt gepleit voor vrede en
tegen oorlog : de Suske en Wiske-verhalen De Sprietatoom, De Mottenvanger en
De Koning Drinkt, X-9, Thomas Pips, … De Tweede Wereldoorlog heeft blijkbaar
gezorgd voor een serieuze afkeer van oorlogsvoering. Vandersteen maakt in De Mottenvanger trouwens een
analyse van het fenomeen "oorlog", waarin hij propaganda en het
winstbejag van wapenhandelaars als de voornaamste boosdoeners aanwijst. De Tweede Wereldoorlog was misschien net ten einde,
maar volgens sommige auteurs heeft de mens daar niet veel door bijgeleerd.
Vandersteen breekt op dat vlak alle records : hij brengt beschaving in
verband met onvriendelijkheid, oorlog, wapens, concentratiekampen, … Maar ook
Marc Sleen gaat in enkele opmerkingen dezelfde toer op : in Het Rattenkasteel
hangt hij zelfs een zeer negatief beeld op van de mens. In een Mickey
Mouse-verhaal vallen ook zulke opmerkingen : daar worden gevechten en
oorlogen geassocieerd met onze beschaafde wereld. Tot slot van dit deeltje over de Tweede Wereldoorlog
nog even vermelden dat er nergens verwezen wordt naar de uitroeiing van de
joden tijdens de oorlog. Zoals in de tekst al aangegeven, kreeg het onderwerp
toen heel weinig aandacht, en dat is ook in de strips te zien. De enige keer
dat een jood voorkomt, is in "De Stradivarius van Prof. Polsky",
als een oneerlijke handelaar met een haakneus. 7.5. De Koude Oorlog 7.5.1. Beeldvorming van Russen en van de Sovjetunie In verschillende verhalen komen de personages in
contact met Russen of belanden ze zelf in de Sovjetunie. In al deze verhalen[1]
komt een zelfde beeld van Rusland naar voor. Vrijheid is er ver te zoeken,
iedereen wordt er in het oog gehouden, de situatie is er niet rooskleurig,
het regime is autoritair, stoorzenders worden verbannen, … Russen blijken ook geïndoctrineerd te zijn : Russische
historici herschreven de geschiedenis en beweren dat het Amerikaanse succes
maar een tijdelijk fenomeen is. Wie dat niet gelooft, is een verrader. Een karikaturaal beeld van de Sovjetunie is
bijvoorbeeld terug te vinden in de Van Zwam-verhalen De erfenis van Nero en
Moea-Papoea : men wordt er ontslagen om "gezondheidsredenen", men
vindt er alle westerlingen dikke leugenaars, de bevolking leeft in terreur,
sombere gebouwen domineren het straatbeeld, overal hangen portretten van
Stalin, … Een element dat ook regelmatig terugkomt is dat
Russen/Oost-Europeanen niet in staat zijn zelf uitvindingen te ontwikkelen en
deze dus in het Westen moeten bemachtigen door diefstal of spionage. Deze negatieve typering van de Sovjetunie komt zowel
voor in Belgische, Nederlandse als Amerikaanse reeksen, en past natuurlijk
perfect in het zwart maken van de "vijand" tijdens de Koude Oorlog. 7.5.2. Beeldvorming van de Verenigde Staten In twee Van Zwam-verhalen en één Bazielken komen de
personages uitgebreid in contact met Amerikanen. Daarbij wordt een zeer
stereotiep en grappig beeld van de VS opgehangen. Het komt er eigenlijk op
neer dat Amerikanen een raar volk zijn, die alleen vlees in dozen eten,
geschifte reclamestunts uithalen en zeer zeker van zichzelf zijn. De spion
Pullmann in Moea-Papoea vindt het zelfs zijn taak de eilandbewoners
Marshallkredieten en dollarhulp aan te bieden. Amerikanen zijn trouwens ook
geobsedeerd door de atoombom. 7.5.3. De Koude Oorlog volgens de VS Zeer interessant is natuurlijk de beeldvorming van
Russen en de Sovjetunie in de Amerikaanse reeks X-9. Enfin, het wordt niet
gezegd dat het Russen zijn, maar uit de verhalen blijkt overduidelijk wie geviseerd
wordt. De Russen willen de wereld veroveren, en geloven dat ook de VS
oorlogsplannen hebben. Dat wordt door de Amerikaanse personages natuurlijk
afgedaan als een leugen. De VS zijn een vredelievende, maar bedreigde natie.
En door die Sovjetdreiging moeten ze natuurlijk in staat zijn zich te
verdedigen. Dit is natuurlijk een perfect voorbeeld van hoe
Amerikaanse propaganda via strips Europa bereikte. 7.5.4. De Koude Oorlog volgens Europeanen Belgische auteurs maken er blijkbaar een spelletje van
om met beide partijen te lachen : zowel Russen als Amerikanen worden op een
stereotiepe manier voorgesteld, zodat men zich kan afvragen of men er veel
meer achter moet zoeken dan een humorelement… Een min of meer neutrale opstelling in de Koude Oorlog
is terug te vinden in het Van Zwam-verhaal Moea Papoea. Sleen typeert er de
twee mogendheden als grote kinderen die voor hun plezier met het lot van de
wereld spelen. Een zelfde neutraal (en zelfs vredelievend) standpunt
is terug te vinden in het Bim-verhaal Hypnose onder nul. De mogendheden
worden daarin onder de namen Geld- en Roodlanders vermeld, en zijn elkaar
duidelijk waard : ze zijn alle twee bezeten door atoomkoorts en zien overal
spionnen. Hun houding wordt eigenlijk een beetje belachelijk gemaakt en hun
strijd als zinloos bestempeld. Het verhaal neemt dan ook een vredelievend
standpunt in : het personage Basli houdt een vredestoespraak en er komt een
algemene verzoening. In Europa bleek men dus niet echt overtuigd van de
wijze waarop de Amerikanen de Koude Oorlog voorstelden. 7.5.5. Spionnen en Russische bendes Een typisch element in Amerikaanse reeksen is het
opvoeren van Russische spionnen zonder ze bij naam te noemen. Maar ook in
Europese reeksen (Tom Poes, Humpo Hotsflots, …) komt het fenomeen voor. Ze
worden dan "spionnen van een vreemde mogendheid" of iets
gelijkaardigs genoemd. Ook namen als "Ivan", "Polotof" of
andere namen met Russische uitgangen en cyrillisch schrift kunnen de lezer
erop wijzen dat hij met Russen (of tenminste Oostblokkers) te maken heeft.
Maar Marc Sleen heeft er bijvoorbeeld geen enkel probleem mee de Russen bij
naam te noemen. De echte Russische vijfde colonne komt voor in L'agent
secret X-9. Een hele organisatie spionnen en buitenlandse
propagandisten" is blijkbaar ingeplant op het Amerikaans territorium.
Deze moeten natuurlijk uitgeschakeld worden, wat door de uiterst efficiënte
Amerikaanse geheime diensten ook gebeurt. En natuurlijk kunnen enkele Belgische auteurs als Willy
Vandersteen, Rik, Marc Sleen en Raf Van Dijck het weer niet laten grapjes
over te maken over "agenten van een vreemde mogendheid" en
"vijfde colonnes". In Vlaamse reeksen moeten trouwens ook de
luchtbrug, het IJzeren Gordijn en het boek "Ik koos de vrijheid"
eraan geloven. 7.5.6. Amerikaans voedsel en Anti-Amerikanisme Vooral bij Vandersteen is kritiek te vinden op de
import van Amerikaanse producten na de Tweede Wereldoorlog. De personages
uiten verschillende keren hun ongenoegen over Amerikaans eierpoeder, kauwgom,
corned beaf en kolen. Dat is niet zo verwonderlijk, gezien de al vermelde
negatieve houding van de auteur ten opzichte van de geallieerden. Ook wordt
het "commercieel imperialisme" van de VS, belichaamd door
frisdrankproducent Coca-Cola, in enkele Vlaamse reeksen op de korrel genomen.
Net als het feit dat ze proberen delen van de wereld in hun invloedsfeer te
krijgen door het schenken van afgedankt legermateriaal. Op het belang van
Amerikaanse dollars om producten te kunnen importeren wordt ook gewezen in
het Suske en Wiske-verhaal De Koning Drinkt, waarin Koning Cactus absoluut
zijn "deviezen" niet wilt laten gaan. Een echte anti-Amerikaanse houding is (natuurlijk) te
vinden in Proleetje en Fantast Globetrotters. Maurice Roggeman klaagt
duidelijk de Amerikaanse atoomproeven op Bikini (en hun gevolgen) aan, en
stelt de Amerikaanse soldaten (die hij Donkerwolken noemt) voor als arrogante
en agressieve heerschappen. Roggeman volgt hier gewoon de lijn van zijn
werkgever De Roode Vaan. Maar bijvoorbeeld in Bazielken blijkt dat een
"Amerikaanse aanpak" niet altijd op Europese sympathie kan rekenen. 7.5.7. De Verenigde Staten als bondgenoot van België Ondanks de neutrale en "humoristische"
houdingen die Belgische auteurs ten opzichte van de Koude Oorlog aannemen, is
verschillende keren goed te merken dat België en de Verenigde Staten
bondgenoten zijn. In de eerste Thomas Pips-cyclus en in Bazielken krijgen de
personages bijvoorbeeld onderscheidingen van de Amerikaanse president in
hoogsteigen persoon. In "De erfenis van Nero" worden België en de
VS vredelievende naties genoemd en krijgt Nero zomaar een atoom mee die
Stalin probeerde te stelen. Maar het beste voorbeeld van Amerikanisme is te vinden
in "Het wondere wapen van Thomas Pips", waarin de hele spionagezaak plots in orde is als
blijkt dat de spionnen eigenlijk Amerikanen zijn. 7.5.8. Communisme en anticommunisme Het thema communisme komt, in positieve of negatieve
zin, niet in zoveel verhalen voor. Een positieve houding vindt men
vanzelfsprekend alleen in de communistische pers terug. Le Drapeau Rouge
brengt met de Fabien-biografie de heldendaden van het communistische verzet
in herinnering (het verhaal past trouwens perfect in de anticommunistische
sfeer van 1950), terwijl Proleetje en Fantast in De Roode Vaan aantonen dat
een sociale revolutie tegen de vijanden (gepersonifieerd in Koning Trust) kan
slagen als het volk zich inzet. De KPB of de Sovjetunie komen er niet
rechtstreeks aan te pas, hoewel er op ingespeeld wordt, onder andere door het
hamer en sikkel-teken. In Tom Poes en de talisman, gepubliceerd in het
katholieke Het Volk en het socialistische Le Peuple, wordt de werkwijze van
de "Gorganisten" aangeklaagd. Doorheen deze organisatie, waar een
ander land achter zit, en die onder andere bomaanslagen pleegt, worden
duidelijk de communisten geviseerd, en in een slecht daglicht gesteld. Ook
dit verhaal past perfect in de anticommunistische geest van het einde van de
jaren veertig, maar dan wel als versterking ervan. 7.5.9. De tijd van (gevaarlijke) uitvindingen en van de atoombom Na de Tweede Wereldoorlog was het geloof in nieuwe
technologie blijkbaar vrij groot. In allerlei verhalen komen nieuwe
uitvindingen voor : moderne vliegtuigen, een dodende wolk, een maanraket,
vliegende schotels, een vliegende ketel, een azijnstraal, een vliegende theepot,
… Wat dat technologisch aspect betreft, kan men gerust spreken van een
tijdsgeest. Spijtig genoeg zijn deze uitvindingen niet altijd even
onschuldig. 1945 was namelijk het jaar van de atoombom. Het atoom-element is
dan ook niet uit de verhalen weg te denken. Eric de Noorman komt in Atlantis
in contact met atoomwagens en –wapens, de professoren Rama en Krug en een
professor in Tekko Taks beschikken over een atoomraket, de rare professor uit
Mickey Mouse laat een auto vliegen dankzij het "atoomgeheim", en zo
kan men nog even doorgaan. Ook maakt bijvoorbeeld Louis Paul Boon er een
spelletje van om "-atoom" als voorvoegsel te gebruiken. Hetzelfde
komt ook voor met de spriet-"atoom" van Vandersteen en het splitsen
van kaas en gaten in de Ruzische gruyère van Raf Van Dijck. Hoe wordt er nu omgegaan met die atoombom ? Meestal
zijn de atoombommen die in de verhalen voorkomen veel minder schadelijk dan
de echte. De atoombommen in Bim, Proleetje en Fantast, Bazielken richten al
bij al redelijk weinig schade aan. Ook Marc Sleen onderschat in "De
erfenis van Nero" het gevaar : de personages overleven zonder problemen
een kernsplitsing. Willy Vandersteen ontwerpt daarentegen een atoombom die
vrede brengt, en geeft daarmee blijk van zijn ontevredenheid over de echte
A-Bom. Er wordt dus duidelijk op een speelse manier met atomen en atoombommen
omgegaan. Maar soms, en vooral in Amerikaanse reeksen, is het
bloedige ernst. In Radio Patrol denkt een man na over zijn verleden : hij had
de wereld aan zijn voeten door het bezit van de atoomformule. In X-9 ontwerpt
een Duitse geleerde atoomkogels en in Johnny Hazard wordt een kerngeleerde
ontvoerd. 7.5.10. Houding ten opzichte van de atoombom en andere gevaarlijke uitvindingen Ten opzichte van uitvindingen in het algemeen worden
twee soorten houdingen aangenomen. Meestal zijn de reacties eerder negatief.
Uitvindingen kunnen namelijk zeer gevaarlijk zijn, vooral als ze dreigen voor
oorlogsdoeleinden gebruikt te worden. De overtuiging dat de wereld nog niet
rijp is voor zulke uitvindingen, komt dan ook veelvuldig voor. En niet ten
onrechte : een hele reeks personages wilt door middel van nieuwe uitvindingen
de wereld veroveren. Dit gebeurt in verhalen van eender welke oorsprong. Het besef van het gevaar komt goed tot uiting als in
Rip Kirby een geleerde een oproep doet om tussen naties samen te werken op
het vlak van gevaarlijke wapens, anders zou de wereld wel eens in gevaar
kunnen komen. Een zeer wijze opmerking, en een beetje ongewoon voor een
Amerikaanse reeks. Amerikanen gaan namelijk graag de patriottische toer
op. Zowel in Rip Kirby, Mickey Mouse, Radio Patrol als X-9 willen de
personages dat de uitvinding waarrond het verhaal draait aan de regering
aangeboden wordt. De uitleg hiervoor is natuurlijk weer dat de Verenigde Staten
zich moeten verdedigen. Rip Kirby vindt het zelfs spijtig dat het in de
wereld zo moet lopen, maar er is nu blijkbaar geen andere mogelijkheid. 7.5.11. De rol van uranium en de plaats van België in de wereld Om een atoombom te vervaardigen heeft men natuurlijk
uranium nodig. In Kappie probeert een bende door middel van een
"magnetisch erts" de macht in handen te krijgen. In Bim gaan twee
vijandige expedities op zoek naar uranium om een atoombom te maken. En in
Mickey Mouse wordt een scheikundige formule gestolen van een product dat
uranium kan vervangen. Maar het meest uraniumgetinte verhaal is het Belgische
Klawieter, dat zelfs "De strijd om het uranium" als ondertitel
meekrijgt. Onder leiding van Klawieter vertrekt er een expeditie naar Kongo,
om uranium te ontginnen. Het belang van uranium wordt in het verhaal
duidelijk benadrukt : "Wij zijn de rijkste mannen ter wereld. De
toekomst zal van ons afhangen. De wereld ligt in onze handen." De
Belgische regering gaat zelfs zo ver te verklaren dat de ontdekking de zaak
van de vrede dient en België bij de grote mogendheden plaatst. Ook in het Van Zwam-verhaal Moea-Papoea worden er grote
plannen voor België gekoesterd : Nero wilt er namelijk atoomplannen aan de
Belgische regering doorspelen. Bedoeling is de wereld "eens goed te doen
verschieten" en ons land op de wereldkaart te zetten. En een gelijksoortige situatie doet zich voor in Thomas
Pips, waarin de legerleiding wel iets ziet in de magneten-uitvinding, en zegt
dat België ermee meester van de wereld kan worden. Maar Pips wilt het alleen
gebruiken voor vredelievende doeleinden. Niet alleen de Russen worden in deze naoorlogse jaren
gevreesd, ook uit het Verre Oosten loert blijkbaar gevaar. Maar erg veel komt
dat onderwerp niet aan bod. Sleen voert de geleerde Matsuoka op, die zich
opwerpt als een opvolger van Hitler, en in Bazielken probeert een Mongoolse
geleerde de Westerse economieën te destabiliseren. In zijn eerste verhaal
wordt Bazielken zelfs geconfronteerd met een vijandig Russisch-Chinees schip. 7.6. Democratie Democratie is een belangrijk thema. In alle verhalen
waar het aan bod komt, gebeurt dat in positieve zin en komen de personages in
opstand tegen tirannen en dictators. Wat België betreft, is dat het geval bij
Vandersteen, Boon & Roggeman, Hergé en Rik. Maar het verhaal dat het
meeste de democratie propageert is het Amerikaanse Mickey Mouse tegen het
IJzeren Masker. Daarin slaagt Mickey Mouse erin een tiran van zijn troon te
stoten en democratische hervormingen door te voeren. Ook hier weer wordt het
gedachtegoed van de Verenigde Staten via een strip verspreid. Het verhaal
past trouwens perfect in het verspreiden van de American way of life en de strijd
tegen het (ondemocratische) communisme. In enkele verhalen (Bazielken, Mickey Mouse, Kuifje
& Proleetje en Fantast) wordt er ook een link gelegd tussen die
totalitaire regimes en nazi-Duitsland. Dat de gruwelen van de Tweede
Wereldoorlog zorgden voor een vernieuwde aandacht voor de democratie, is dus
ook in de strips duidelijk te merken. 7.7. Maatschappelijke kwesties en misdaadpreventie in de VS In twee Amerikaanse reeksen spelen misdaden een
belangrijke rol. In Superman wordt openlijk gepleit voor een preventieve
aanpak van de jongerencriminaliteit. Door ze bezig te houden in speciale
"community houses" moeten de jongeren van de straat en dus uit de
criminaliteit gehouden worden. Ook wordt er gewezen op de
verantwoordelijkheid van de ouders in de opvoeding van hun kinderen. Sommige passages uit L'agent secret X-9 lijken dan weer
op zichzelf antimisdaadpamfletten te zijn. Zo wordt een personage opgevoerd
dat spijt heeft van zijn daden en zich bezint over al de verloren tijd in de
gevangenis. En ongeveer alle misdadigers die in de reeks opgevoerd worden,
lopen vroeg of laat tegen de lamp. Het verhaal wordt trouwens ook even
onderbroken door een speciale strook, waarin een functionaris wijst op een
grote misdaadgolf, die volgens hem moet aangepakt worden door de invloed van
de moraal en het onderwijs te versterken. 7.8. De politie En zo komen we bij de politie. Qua beeldvorming van de
politie kan men twee grote groepen onderscheiden. In de Amerikaanse verhalen
Radio Patrol en X-9 wordt een zeer efficiënt beeld van de politie
gepresenteerd. De politie doet haar werk goed, en is bovendien menselijk : ze
is er niet om de mensen lastig te vallen, maar om hen te helpen. Soms lijkt
het wel een promotiecampagne … Een heel ander beeld krijgt men in de Nederlandse en
Vlaamse reeksen Kappie, Tom Poes, Suske en Wiske, Van Zwam en Bazielken :
soms werkt de politie in deze verhalen op een efficiënte manier, maar
regelmatig wordt er gelachen met klungelende, trage, bange, tegendraadse,
procedure-achtige ordediensten. 7.9. Instellingen Een hele hoop instellingen komen in de verhalen aan
bod, maar meestal op een negatieve manier of op een manier waarmee de
instelling niets meer te maken heeft. Vandersteen associeert de Benelux en
het Marshallplan met nachtmerries, bij Sleen is de Benelux blijkbaar niet al
te efficiënt (zie de scène met de Nederlandse waterpolitie). En in Bazielken
en Thomas Pips krijgt de Benelux een militaire inhoud. Met de Verenigde Naties is het al niet beter gesteld.
Vandersteen associeert de VN en vredesconferenties steevast met
"ambras", verder worden de VN soms vermeld, maar eerder als grap en
zonder op de instelling zelf in te gaan. Hetzelfde met het Marshallplan. In Bazielken wordt er
gesproken van een Marshall-lander en wordt er een link gelegd tussen
Amerikanen, Marshall en dollars. In Kappie komt de verspreking hulplening ipv
hulp voor. 7.10. Dekolonisatie Ook de dekolonisatie dringt in sommige verhalen door.
In De erfenis van Nero is duidelijk de bewustwording in een Afrikaanse stam
te zien, terwijl de Nederlandse hond Tekko Taks samen met het
vreemdelingenlegioen de rust in "het koloniaal rijk" moet
herstellen. Nederland kampte op dat moment met problemen in de Indonesische
kolonie, en Vandersteen speelt daarop in met een grapje. 7.11. De Koningskwestie In zeer veel verhalen en op veel verschillende manieren
wordt er op de Koningskwestie ingespeeld. Laten we beginnen met het enige
negatieve dat over Leopold te vinden is, en dat is een kleine opmerking over
Berchtesgaden in Proleetje & Fantast. Indirect wordt de koning er ook
gelinkt aan de trusts en de CVP. Vanwege De Roode Vaan kan men natuurlijk
moeilijk iets anders verwachten. In al de andere verhalen waar de koningskwestie aan bod
komt, wordt een positieve houding tegenover Leopold aangenomen. Niet
toevallig worden al deze verhalen gepubliceerd in de Vlaamse katholieke pers.
Zowel Willy Vandersteen, Marc Sleen, Bob De Moor, Raf Van Dijck, Luc Droek,
Buth en Rik laten het onderwerp aan bod komen. In de Belgische verhalen in de
socialistische en liberale pers is van heel het gebeuren geen spoor te
bekennen. Rik Clément en Buth houden het in Het Volk redelijk
beperkt. Rik laat in Bazielken de stad Leopoldina opdraven en laat een
voorbijganger een ontevreden opmerking maken over de
"prince-régent". Buth doet in Thomas Pips dan weer of er niets aan
de hand is : zijn personages worden (buiten beeld) door de koning ontvangen. Dan maar over naar Het Nieuws van den Dag. Luc Droek
laat in Klawieter gewoon blijken dat de koningskwestie een ingewikkelde zaak
is, terwijl Raf Van Dijck de koningskwestie een belangrijk deel van zijn
verhaal laat innemen. In "Anna Bouzilowna" worden er verkiezingen
gehouden met de Tzaar als enige kandidaat, wordt er gepraat over 42 %, en zijn
de tegenstanders van de vorst doppers, die staken om een statuut te eisen. De
link met de stakingen die de socialisten organiseerden, is snel gelegd. Bob
De Moor speelt in Het Vals Gebit verschillende keren in op het thema
"meerderheid", waaraan de Zonnebrillen (socialisten) zich niet
willen onderwerpen. De Nieuwe Gids haalt het Kuifje-verhaal De scepter van
Ottokar vanonder het stof. Een verhaal over een bedreigde koning die
uiteindelijk van een troonsafstand gered wordt komt in zulke tijden altijd
van pas. Eenzelfde basissituatie vindt men in terug in De hoed
van Geeraard de Duivel (De Nieuwe Gids en Het Volk) en De Stalen Bloempot (De
Standaard). In deze verhalen hebben de machthebbers (Nero en Suske) af te
rekenen met een sterke tegenstand vanwege oproerkraaiers, die gemakkelijk
kunnen herkend worden als socialisten/communisten. Marc Sleen gaat in De man
met het gouden hoofd zelfs over tot stemadvies. In Suske en Wiske worden ook nog allerlei verwijzingen
naar de koningskwestie gestoken, zowel direct (het land van ja en neen, de
sachem-regent, de villa in Zwitserland) als indirect (twee strijdende
partijen die tot een verzoening komen). En het thema van Lambiorix draait ook
volledig rond de koningskwestie. Vandersteen ontpopt zich zo tot de auteur
die de Koningskwestie het meest in zijn verhalen aan bod laat komen. Een element dat telkens terugkomt, en dat de auteurs
(en de katholieke wereld) duidelijk dwarszit, is het feit dat de Vlamingen
zich hebben laten doen, ondanks het feit dat ze een absolute meerderheid
hadden. In diezelfde context wordt ook de overdreven invloed van straatgeweld
aangeklaagd : met stenen gooien telt meer dan een democratische meerderheid. 7.12. De politieke tegenstanders van de
katholieken We zagen dat de schuld van de koningskwestie vooral bij
de socialisten gelegd wordt, en in mindere mate bij de communisten. Hoe
gebeurt dat nu ? Vandersteen gebruikt de Stalen Bloempotters als symbool
voor de socialisten. Ze organiseren een laster- en leugencampagne, voeren
aanslagen uit en gaan tot een oorlog om hun wil door te drijven tegen die van
de meerderheid in. Sleen geeft aan zijn personages gewoonweg het uiterlijk
van politici : Huysmans, Spaak en Lalmand. Ze worden geassocieerd met de
duivel en gaan over tot straatgeweld om de macht in handen te krijgen. Ze
willen trouwens ook een republiek instellen, en Sleen maakt duidelijk dat ze
de eenheid van België in gevaar brengen. Bob De Moor gebruikt dan weer vervormde namen : Speek,
Kameel, Madam Bloem. Zijn Speek-personage wordt natuurlijk zeer negatief
voorgesteld : hij wilt absoluut zijn wil doordrijven, houdt geen rekening met
de grondwet, organiseert "spontane stakingen" en een mars op
Brussel, … Maar niet alleen in Koningskwestieverhalen komen de
politieke tegenstanders van de katholieken aan bod. Ook in Bazielken maken
karikaturen van Spaak, Huysmans en Devèze een gastoptreden, als raadsvrouwen
van een vrouwelijke dictator. Met de liberalen wordt er trouwens graag gelachen, en
dat zowel in Klawieter, Anna Bouzilowna als Tijl Uilenspiegel : er wordt
ingespeeld op hun geringe kiesaanhang, op de "zaagfactor" van hun
politieke tribune, en op hun verkiezingsbelofte de belastingen met 25 % te
verlagen. 7.13. Politieke en militaire leiders Kritiek op gezagsdragers in het algemeen komt ook enkele
keren voor : in "Annie l'orpheline" wordt zulke kritiek geuit, maar
het sterkst is deze kritiek aanwezig in de Britse reeks Jimpy. Een draak
schopt het daarin tot gemeenteraadslid, ministers denken alleen aan oorlog
voeren, en politieke leiders werken nooit. Ook hier weer zijn Suske en Wiske en Van Zwam van groot
belang. Politici worden voorgesteld als leugenaars, mensen die van mening
veranderen, mensen die zich niet aan de wetten/regels houden, … In Bazielken wordt er ingespeeld op de impopulariteit van
ministers van financiën en is de Belgische Minister van Financiën een enorme
klungelaar. En zeveren en vechten blijken gewone bezigheden van een parlement
te zijn. En ook in "Tom Poes en de talisman" worden de
beleidsmakers op de korrel genomen. De regering blijkt bevolkt te worden door
mensen met een hoge dunk van zichzelf en een log apparaat te zijn dat niet
erg efficiënt werkt. Hetzelfde gebeurt met legerleiders : in een hele reeks
verhalen (Proleetje en Fantast, Suske en Wiske, Tekko Taks, Bazielken) wordt
er kritiek geuit op oversten die graag orders geven maar zelf niets willen
riskeren. Al deze zaken kan men beschouwen als een soort universele en steeds
terugkomende kritiek. 7.14. De repressie De repressie wordt, net als de Koningskwestie, op zeer
verschillende manieren aangepakt. Net als bij de Koningskwestie komt het
thema alleen naar voor in Vlaamse (en katholieke) reeksen, met een zeer
sterke concentratie bij Vandersteen. Sleen klaagt voorzichtig de te harde
repressie aan, Bob De Moor hekelt tijdens de diaprojectie in Tijl
Uilenspiegel het feit dat de kleine collaborateurs meer gestraft worden dan
de grote, en Buth laat in zijn Thomas Pips een strafexpeditie tegen een
vermeende collaborateur opdraven. Een dergelijke scène komt ook voor in het
Suske en Wiske-verhaal De Zwarte Madam. Allerlei andere Suske en
Wiske-verhalen worden afgesloten met een algemene verzoening en vergeving. Er
wordt namelijk gezegd dat het onmogelijk is een land herop te bouwen in haat.
Op het eind van Lambiorix is er sprake van amnestie en Vandersteen verdedigt
zelfs de Duitslandwerkers en de politiek van het minste kwaad. Alleszins is
duidelijk dat Vandersteen en zijn krant De Standaard scherp reageren tegen de
repressie : het verhaal De Bokkerijder is zelfs volledig op dat thema
gebouwd. Daarin wordt vooral de nadruk gelegd op de te zware straffen en op
het feit dat verwanten van collaborateurs te veel met de vinger gewezen
worden. Ook blijkt dat hij vindt dat collaborateurs geen schuld treft omdat
ze "misleid" werden. Zowel directe als indirecte verwijzingen komen met
betrekking tot dit thema dus voor. Zoals we al gezien hebben, is deze
aandacht deels te danken aan het feit dat deze verhalen in de katholieke pers[2]
verschenen, en deels aan het feit dat zowel Buth als Vandersteen en zijn
omgeving met de collaboratie te maken hebben gehad. 7.15. Taaltoestanden Het plaatje is ondertussen bekend. Weer komt het
onderwerp alleen voor in Vlaamse katholieke reeksen, namelijk Van Zwam, Suske
en Wiske, Bazielken en Thomas Pips. Dat gebeurt op allerlei manieren : dieren
en buitenlanders die geen Vlaams spreken, eentalige uithangborden, het
aanklagen dat "hoge" zaken in het Frans geregeld worden, … Het
gebeurt alleszins op een humoristische manier. 7.16. Godsdienst en Vlaanderen Ook het religieuze aspect is vooral aanwezig in Vlaamse
reeksen. Het komt aan bod op verschillende manieren : het laten opdraven van
de hel, de hemel en duivels, van heiligenbeeldjes en kruisbeelden, de bouw van
de kathedraal van Amoras, het bidden van personages, "aktes van
berouw", enzovoort. Bij Vandersteen is godsdienst al sterk aanwezig,
maar het swingt pas allemaal de pan uit in de Thomas Pips-verhalen van de
priester Lod. Lavki. En niet alleen in de katholieke pers komen zulke
elementen voor : ook Smidje Smee in Vooruit is erg godsdienstig getint. Het katholicisme wordt vaak ook verbonden met het
Vlaams aspect. Dat Vlaamse aspect is het sterkst aanwezig in Suske en Wiske
en Tijl Uilenspiegel, en komt tot uiting in symbolen als de IJzertoren, de
Vlaamse Leeuw, Vlaamse historische figuren, … De twee elementen worden aan
elkaar gelinkt om te komen tot het beeld van het "goede, katholieke
Vlaanderen", dat dan in Koningskwestie-verhalen kan geplaatst worden tegenover
de slechte, duivelse of goddeloze tegenstanders. 7.17. Belgisch patriottisme Het Belgisch patriottisme is zeer beperkt, op enkele
uitzonderingen na. Het eindplaatje van Klawieter, met een groep Kongolezen
die met Belgische vlaggen zwaaien, is één voorbeeld. Een ander geval vindt
men in Thomas Pips, met de vliegende ketel die met vlaggen en ballonnen in de
Belgische driekleur versierd wordt. Belgisch patriottisme is trouwens ook terug te vinden
in de oorlogsverhalen Folichon en Nantje en Jetje. 7.18. Wetten en politieke maatregelen Vandersteen speelt enkele keren in op de Gutt-operatie,
met Gutt als de mens die de mensen hun geld afnam. Met De Zwarte Madam linkt
hij er zelfs een heel verhaal aan. Met de kolenslag van Achille Van Acker en
de problemen in de mijnsector wordt duidelijk gespot in Kwik en Filidoor,
waar er constant sprake is van de gruyèrekaasmijnen. En op het
vrouwenstemrecht wordt ingespeeld in Bazielken en Suske en Wiske. Andere maatregelen waarmee in Suske en Wiske gelachen
wordt zijn de Wet De Taeye en de devaluatie. Die devaluatie komt ook voor in
"Bazielken redt de frank", waarin Rik de maatregel door het verhaal
schijnt te relativeren. Maatregelen van de eigen zuil worden niet gespaard : De
Taeye was een katholiek, en in Tijl Uilenspiegel wordt niet veel geloof
gehecht aan de belofte van de katholieke regering om geld uit te trekken voor
de heropbouw van de IJzertoren. 7.19. Alledaagse thema's De administratie en de houding van ambtenaren worden op
de korrel genomen in Suske en Wiske, Van Zwam, Tom Poes en Jimpy. Het beeld
dat eruit voortkomt is dat van een log apparaat met veel paperassenwerk en
slapende ambtenaren. Het bewijs van burgerdeugd moet er ook aan geloven :
zowel Vandersteen, Sleen als Rik maken het document eigenlijk belachelijk.
Dat doen ze door het document uit z'n context te halen. Zo'n typische universele kritiek is het klagen over de
belastingen. Dit onderwerp komt veelvuldig voor in Suske en Wiske en Van
Zwam, maar ook in buitenlandse reeksen als Tom Poes, Jimpy en Rip Kirby.
Willy Vandersteen heeft duidelijk iets tegen het betalen van belastingen en
maakt deze in zijn verhalen dan ook "belachelijk". Personages komen door het betalen van hun belastingen
zonder geld te zitten, belastingen gaan gepaard met zorgen, worden gezien als
het afnemen van geld aan de gewone mensen, worden beschouwd als een barbaarse
gewoonte, … Natuurlijk is dit een soort kritiek die populair overkomt bij de
lezers : wie betaalt er nu graag belastingen … Andere "alledaagse" opmerkingen zijn kritiek
op de overlast van de Noord-Zuidverbinding, allerlei mistoestanden met de
Brusselse trams (stakingen, plaatsgebrek, gebrek aan regelmaat, te hoge
prijzen), opmerkingen over de slechte staat van de Belgische wegen, en
dergelijke. Ook de zwarte markt, de rantsoenering en de
prijscontrole komen aan bod, en dat in reeksen van Belgische, Nederlandse en
Britse oorsprong. En lage lonen en de levensduurte komen aan bod in de
Vlaamse Van Zwam en Anna Bouzilowna. Economische problemen komen aan bod in Kappie, en in de
Mickey Mouse-verhalen uit de jaren dertig (!). 7.20. Reacties op politieke standpunten Het is, bij gebrek aan materiaal, zeer moeilijk te
achterhalen wat de reacties van de lezers en de politieke wereld op de politiek
geladen verhalen waren. Op basis van de informatie die ik heb kunnen
terugvinden, hadden die politieke verwijzingen wel degelijk een impact. Zo
vertelt Vandersteen in een interview dat er reacties kwamen op zijn link
tussen de "Vlaamse Leeuw" en "vastzitten", en reageerden
de Nederlandse communisten zeer geprikkeld op "Tom Poes en de
talisman". 7.21. Het probleem van de concentratie in de Vlaamse katholieke pers Het spijtige en het probleem met de Belgische strips
(en zeker deze met politieke inhoud) is dat ze vooral geconcentreerd waren in
de Vlaamse katholieke pers. In de kranten van de andere zuilen worden minder
eigen producties geplaatst en komt politiek minder aan bod. De standpunten
neigen dus meestal wel naar dezelfde richting. Uitzondering hierop is het communistische Proleetje en
Fantast, dat het spijtig genoeg niet lang heeft uitgehouden. Als de reeks was
blijven doorlopen, dan had ze zeker interessant vergelijkingsmateriaal ten
opzichte van de katholieke reeksen kunnen opleveren. Hetzelfde als men
bijvoorbeeld een vervolg op Folichon gemaakt had, met de voormalige
verzetsheld als een tegenstander van Leopold III. 7.22. Politieke inhoud en land van oorsprong In de vorige rubrieken hebben we kunnen zien dat er een
redelijk groot verschil bestaat tussen de politieke elementen in Amerikaanse
verhalen en die in Belgische, Nederlandse en Engelse verhalen. Ten eerste zijn de Amerikaanse verhalen met een
politieke inhoud meestal realistisch, zodat het verwijzen naar de politiek op
een "serieuze" manier gebeurt. De onderwerpen die op die manier
behandeld worden, zijn dan ook zeer ernstig en dienen blijkbaar om het
"juiste" gedachtegoed in de VS en het "Amerikaanse"
gedachtegoed over de wereld te verspreiden. Amerikaanse strips werden in
allerlei landen aangekocht, en dat zullen de auteurs ervan wel geweten
hebben. Amerikaanse strips zijn ook veel meer
maatschappijbevestigend dan bijvoorbeeld Belgische. Terwijl in Vlaamse
reeksen constant opmerkingen gemaakt worden over het beleid en de toestand in
het land, dragen de Amerikaanse reeksen veel meer bij tot het verspreiden van
waarden die voor de staat belangrijk zijn : patriottisme, de verdediging van
het land in het kader van de Koude Oorlog, de strijd tegen de misdaad, de
verspreiding van de democratie, de goede werking van de politie, enz. In Belgische reeksen vindt
men zulke elementen ook wel terug, zoals het patriottisme in Folichon en
Nantje en Jetje en de negatieve houding ten opzichte van Duitsers, maar over
het algemeen wordt er veel meer gelachen en gerelativeerd, en worden allerlei
situaties en mistoestanden gehekeld. Hetzelfde gebeurt ook, zij het in
mindere mate, in Nederlandse en Engelse strips. 7.23. Waarom komen er in bepaalde verhalen wel politieke elementen voor en in andere niet ? Het lijkt een moeilijke vraag, maar er een antwoord op formuleren is
toch niet zo onoverkomelijk als het lijkt. We zagen al het verschil in aanpak
tussen humoristische en realistische reeksen inzake politieke elementen. Door
het komische karakter is het in humoristische verhalen veel gemakkelijker om
opmerkingen te plaatsen of de personages in rare situaties te laten
terechtkomen. De politieke mogelijkheden met realistische reeksen bestaan wel
degelijk (zoals we duidelijk hebben kunnen zien), maar zijn beperkter. Hier
ligt dan ook al een deel van de verklaring : in allerlei realistische
verhalen is geen politiek terug te vinden, gewoon omdat het in het verhaal
niet past. Men kan moeilijk constant bijvoorbeeld de Koude Oorlog bij het
verhaal betrekken. Ook de wil van de auteur om politiek in zijn verhaal te betrekken, is
zeer belangrijk. Vandersteen en zijn opvolgers deden het consequent wel, andere Belgen zoals Wally Delsey (Madison
Square) en Ray Reding (M. Cro) duidelijk niet of veel minder. En ook bij de
buitenlandse auteurs zijn die twee groepen terug te vinden. De keuze van de verhalen die in een krant gepubliceerd werden, had dus
al een grote invloed op de mogelijke politieke inhoud ervan. En eens die
keuze gemaakt, was de invloed van de krant eerder klein. Op eigen auteurs kon
nog invloed uitgeoefend worden,
maar op agentschapstrips was die invloed natuurlijk afwezig. Kranten die met
agentschapstrips werkten waren daar dus echt van afhankelijk : als de
bestelde reeks plots een politiek verhaal bevatte, dan stond er een politiek
verhaal in de krant. Gebeurde dat niet, dan stond er geen politiek verhaal in
de krant. Om nu heel specifieke voorbeelden te geven. Waarom vonden we in Het
Laatste Nieuws zo weinig politieke verhalen ? Wel, Het Laatste Nieuws had zo
te zien goede contacten met zowel Opera Mundi als de Toonder-Studio's en vond
het niet nodig ook nog een eigen reeks te
publiceren. En aangezien de reeksen die de agentschappen leverden weinig
politiek bevatten, publiceerde Het Laatste Nieuws weinig politieke strips … Of waarom zijn er in Het Nieuws van den Dag zoveel politiek getinte
verhalen terug te vinden ? Wel, omdat door een overname het politiek getinte
Van Zwam in de krant terechtgekomen was, en
omdat bij de vervanging ervan de auteurs in die stijl bleven werken. Een hele hoop factoren (en ook een grote brok "toeval")
bepaalden dus of er in een krant veel politiek getinte verhalen voorkwamen of
niet. |