|
|
2.
"Vandaag begint ons nieuws tekenverhaal" : aankondigingen 2.3. Plaatsing, formaat,
tekstlengte en uitzicht 2.9. Andere elementen die af te
leiden zijn 2.10. Het opstellen van deze
teksten |
|
|
|
2. "Vandaag begint ons nieuw tekenverhaal" : aankondigingen In de besluiten van de besprekingen per krant zijn de
aankondigingen[1] al kort aan bod
gekomen. Maar uit deze
tekstjes is nog veel meer af te leiden over hoe er op de kranten met strips omgegaan werd en hoe de gepubliceerde
strips aangeprezen werden bij de lezers. Iets minder dan 500 aankondigingen
werden in totaal teruggevonden. Er zal verder ingegaan worden op een aantal
aspecten, zoals terminologie, vermelden van auteurs, taalgebruik,
doelpubliek, exclusiviteit, … Volledige aankondigingen werden in de vorige delen al soms op de
linkerpagina weergegeven. Ook hier worden op deze manier enkele volledige
aankondigingen als illustratie weergegeven. 2.1. Terminologie Een eerste zaak die deze aankondigingen ons kunnen
leren, is welke termen er in de periode 1945-1950 gangbaar waren om strips
aan te duiden, en dat zowel in het Nederlands als in het Frans. Het meest voorkomende woord in het Nederlands is zonder
twijfel "tekenverhaal". In één derde van de aankondigingen (165
keer) komt de term voor. Andere gebruikte termen zijn :
"kinderverhaal" (5), "geïllustreerd verhaal" (12),
"getekend verhaal" (2), "vervolgverhaal in prentenvorm"
(1), "geïllustreerd vervolgverhaal" (1), "tekenbanden"
(1), "beeldverhaal" (1), "strips" (3),
"tekeningen" (11), "vervolgverhaal" (6) en "kleine
geschiedenisjes zonder woorden" (1). Hoewel het maar sporadisch voorkomt, wordt het woord
"strip" in het Nederlands dus wel degelijk al gebruikt. Ook in de
verhalen zelf komt de term voor : "Eens vlug naar de strip kijken. Er
komt daar altijd zo'n onnozelaar in met selderblaadjes achter zijn oren. 'k
Moet er soms mee lachen."[2],
vertelt Nero over zichzelf in "De juwelen van Gaga-Pan". En ook Tom
Poes neemt in "Heer Bommel stuit de vooruitgang" de term strips in
de mond : "En deze wagens lijken me atoomauto's toe. Ik heb ze wel eens
gezien op die Amerikaanse plaatjesseries die ze strips noemen !" [3]
Jochem Jofel loopt in Vooruit dan weer op zijn einde met de volgende woorden
: "Alles ging nu verder zoals het gaan moet in een behoorlijk
stripverhaal."[4]
En ook in een artikel in Het Nieuws van den Dag wordt van "strips"
gesproken.[5] Ook in het Frans wordt een hele reeks termen gebruikt. Eigenlijk kan
men beter spreken van omschrijvingen in plaats van termen, omdat men het
medium door combinatie van allerlei woorden probeert aan te duiden :
"feuilletons dessinés" (20), "série de dessins" (1),
"feuilleton en images" (4), "récits en images" (2),
"feuilleton en dessins" (1), "récit illustré" (1),
"dessins" (3), "feuilleton illustré" (4), "bande
illustrée" (1), "récit par l'image" (1), en de meer specifieke
"histoires sans paroles" (1) en "bande humoristique" (1).
Terwijl "tekenverhaal" in het Nederlands goed doorgedrongen was en
quasi-algemeen gebruikt werd, was men in het Frans duidelijk nog op zoek naar
een geschikte term. In veel aankondigingen wordt trouwens geen specifieke
term vermeld, en houdt men het bij algemeenheden zoals "verhaal",
"avontuur", "récit", "enquête",
"geschiedenis", en zelfs "reportage" … Wat ook moet aangestipt worden, is dat er qua termen
geen enkel onderscheid gemaakt wordt tussen ballon- en ondertekststrips. Ze
worden allebei op dezelfde manier aangeduid, in de meeste gevallen dus als
"tekenverhaal". Ook wordt het onderscheid in de aankondigingen
nooit op een andere manier vermeld, wat erop wijst dat het onderscheid tussen
die twee varianten voor de kranten (en voor de lezers) blijkbaar niet veel
belang had. 2.2. Aantal Het aantal aankondigingen per krant en per verhaal
varieert zeer sterk en hangt af van verschillende factoren. Koploper is Het
Laatste Nieuws met 135 aankondigingen over de hele periode. Daarna volgen op
grote afstand De Standaard (45), Le Soir (45), Het Nieuws van den Dag (42), Het
Volk (41), La Wallonie (34), De Nieuwe Standaard samen met De Nieuwe Gids
(34), Le Peuple (21), La Dernière Heure (17), De Nieuwe Gazet (15), La
Lanterne (12), Le Matin (11), De Roode Vaan (10), Vooruit (9), Volksgazet
(7), La Libre Belgique (5), Het Belang van Limburg (5) en Gazet van Antwerpen
(1). In Le Drapeau Rouge zijn er geen terug te vinden. Er is geen echt verband aan te duiden tussen het aantal
aankondigingen en het aantal gepubliceerde stripstroken.
Aankondigingen-koploper Het Laatste Nieuws publiceert bijvoorbeeld enorm veel
strips, maar La Libre Belgique en La Lanterne doen dat ook, en zij publiceren
heel weinig aankondigingen. Het aantal werd dus eerder bepaald door de
bereidheid van de krant om haar strips via deze promotietekstjes in de aandacht
te plaatsen. Een verband is wel aanwezig tussen het aantal
gepubliceerde aankondigingen en "crisismomenten" : zo swingt het
fenomeen de pan uit tijdens de "krantenoorlog" tussen De Standaard
en De Nieuwe Gids. En bij het verdwijnen van Van Zwam uit Het Nieuws van den
Dag worden de opvolgers met even veel inspanningen aangekondigd. En ook bij
zeer prestigieuze reeksen of reeksen die voor de krant zeer belangrijk zijn,
neemt het aantal tekstjes toe. 2.3. Plaatsing, formaat, tekstlengte en
uitzicht 358 van de geanalyseerde aankondigingen bevinden zich
op de eerste pagina, 41 op pagina 2, 34 op pagina 3, 17 op pagina 4, 15 op
pagina 5 en de rest (met steeds minder gevallen per pagina) verspreid over de
andere pagina's van de krant. Meestal zijn deze tekstjes onderaan de
bladzijde terug te vinden, soms meer naar het midden toe en uitzonderlijk
bovenaan. Door het plaatsen van deze berichten op de voorpagina (of toch
sterk vooraan in de krant) is de bedoeling duidelijk het opvallen ervan. De
lezer moet ze bij het zien van de krant onmiddellijk opmerken. In ongeveer de helft van de gevallen wordt de
aankondigingstekst vergezeld van een tekening. Vooral Het Laatste Nieuws, Het
Volk en Le Soir maken gebruik van deze mogelijkheid om de aankondigingen nog
meer te doen opvallen én de nieuwe strip op een meer visuele manier voor te
stellen. Ook belangrijk om op te vallen is de oppervlakte die de
aankondigingen innemen. Die varieert van 10 tot 350 cm2, en bedraagt
gemiddeld zo'n 85 cm2. Het aantal woorden varieert van 1 (!) tot 600, maar de
meeste bevinden zich tussen 1 en 150. Het gemiddeld aantal woorden bedraagt
56. De grootste en langste aankondigingen vallen natuurlijk
sterk op door hun oppervlakte (tot 1/6 van een pagina), maar ook bij de
kortere teksten is dat het geval door het gebruik van kaders en grote en/of
speciale lettertypes. 2.4. De auteur Op 489 geanalyseerde aankondigingen wordt in 182
gevallen de auteur van het verhaal vermeld, in de overige 301 gevallen niet.
Het wel vermelden gebeurt dus duidelijk in een minderheid van de gevallen.
Ook is het opvallend dat deze auteursvermeldingen vooral bij bepaalde kranten
voorkomen. Vooral de kranten De Standaard en De Nieuwe Gids maken van deze
mogelijkheid gebruik. Niet zo verwonderlijk, aangezien ze twee zeer gegeerde
Belgische tekenaars, Willy Vandersteen en Marc Sleen, in huis hebben.
Merkwaardig (of eerder logisch) is wel dat Belgische tekenaars veel meer kans
hebben om in aankondiging vermeld te worden.[6]
En hetzelfde geldt ook voor het geven van verdere uitleg over auteurs. In 59
gevallen wordt er namelijk ook iets extra over de auteur verteld. Wat wordt er dan zoal verteld over deze auteurs ?
Meestal is het gewoon een korte omschrijving om hen "belangrijk" te
maken. Enkele voorbeelden : "Milton Caniff, den bekenden Amerikaanschen
kunstenaar"[7],
"de bekende Deense tekenaar Ostrup"[8],
"de beroemde tekenaar"[9],
"Hollywood's tovenaar"[10]
en "de grote meester van de Amerikaanse tekenfilm"[11]
over Walt Disney, "de bekende artist G. Van Raemdonck"[12],
"de onovertrefbare Willy Van der Steen"[13],
"grand dessinateur Suédois Lennart Ek"[14], "Chick Young le
célèbre auteur de "comics""[15],
"le célèbre caricaturiste hollandais Martin Toonder"[16], "Marc Sleen, de
beste striptekenaar van België"[17]
of nog "de reeds beroemde Vlaamse tekenaar Marc Neels, wiens tekenbanden
tot het beste behoren wat in Vlaanderen reeds werd verwezenlijkt op dit
gebied."[18] Als men deze beschrijvingen van de stripauteurs als
"kunstenaars" mag geloven, dan werden strips blijkbaar wel "au
sérieux" genomen. Maar natuurlijk mag men niet uit het oog verliezen dat
het hier om promotieteksten gaat, die de strips aan de lezers moeten
"verkopen". Toch kan men niet ontkennen dat een zeker respect voor
de auteurs aanwezig is. 2.5. Inhoud van de teksten Ongeveer de helft van de aankondigingen blijft beperkt
tot één korte zin, van het type "Morgen begint ons nieuw
tekenverhaal". Welke elementen treft men (behalve de net behandelde
auteurs) dan nog aan in langere teksten ? In de helft van de gevallen wordt in de aankondiging
een samenvatting of beschrijving van het verhaal gegeven. Dat kan
bijvoorbeeld het voorstellen van de personages zijn, het voorstellen van de
beginsituatie, het bekendmaken van enkele verhaallijnen, … Ook het nieuwsgierig maken van de lezer door middel van
vragen of mysterieuse aanwijzingen hoort hierbij. Een voorbeeld van deze
vraag-aanpak zijn de aankondigingen van het Suske en Wiske-verhaal De
Vliegende Aap, die hiernaast weergegeven worden. Het mysterie is dan weer
terug te vinden in Het Volk, waar een Thomas Pips-verhaal aangekondigd wordt
door tekeningen van magneten en vraagtekens, zonder enige uitleg. En Het
Nieuws van den Dag doet hetzelfde door enkele dagen en zonder verdere uitleg
de berichten "Klawieter" en "Anna Bouzilowna" op allerlei
plaatsen in de krant te publiceren. Natuurlijk kan het ook gewoner, en kan men gewoon
vertellen waarom het voorgestelde verhaal zo goed is : "adembenemende
avonturen", "aventures désopilantes", "charmante
histoire", "merveilleuse aventure", "nieuw spannend
verhaal", "plezierige en boeiende geschiedenis",
"prachtig tekenverhaal" en "spannende avonturen" zijn
daar maar enkele voorbeelden van. Het is opvallend dat deze beschrijvingen
eigenlijk beperkt blijven tot spannend-grappig-mooi-plezierig. Eén keer is er
sprake van een "boeiend en actueel tekenverhaal"[19],
maar dat is echt een uitzondering. De tekenstijl wordt maar zelden besproken, maar het
gebeurt : "En jonge tekenaar Piet Wijn heeft deze avonturen buitengewoon
levendig en boeiend getekend, zoals reeds blijkt uit de voorstelling der
figuren die hierbij is afgedrukt."[20]
Of nog : "onze tekenaar heeft er voor gezorgd, die avonturen werkelijk
prachtig uit te beelden."[21] Ook wordt de lezer er soms bij betrokken : "Het is
een boeiend verhaal, dat de lezers weken lang in spanning houden zal."[22],
"Dit verhaal zal iedereen sterk boeien."[23] Eén keer wordt een Belgische strip vergeleken met de
Amerikaanse voorbeelden : "Conçues sur un rythme rapide qua n'a rien à
envier aux meilleurs "cartoons" américains, les aventures qu'ils
vous proposent donnent la vedette à des personnages inédits qui seront
bientôt les amis de tous."[24] En sommige aankondigingsschrijvers zijn blijkbaar zo
enthousiast dat ze de poëtische of lyrische toer opgaan : "Een pint
gezond bloed maakt uw dag tot 't einde goed. Wees niet grim en ook niet gram.
Laat uw blik eerst gaan naar de Familie Snoek. Zij trekt een lichtstreep door
Uw leven zoals de lustige snaken Suske en Wiske. (…) Als een fris windje in
heerlijk zongeklater brengen die prenten U elke morgen de boodschap van een
nieuwe blijde dag."[25],
"Het is een fantastisch verhaal, maar is het niet prettig elke dag
enkele minuten het nuchtere en alledaagse te kunnen vergeten om de spannende
romantiek mee te leven in een andere wereld, vol moed, ridderlijkheid en
avontuur ?"[26].
Deze aanpak komt vooral veelvuldig voor in De Standaard, bij de voorstelling
van de verhalen van Vandersteen. Diezelfde Standaard dringt er op een bepaald moment[27]
bij de lezers op aan hun "voorzorgen" te nemen, m.a.w. een
abonnement te nemen om het verhaal zonder onderbrekingen te kunnen volgen. Een ander middel om de aandacht te trekken, is dan weer
het organiseren van een wedstrijd. Aan Smidje Smee en het Suske en
Wiske-verhaal De Bokkerijder koppelen Vooruit en De Standaard respectievelijk
een opsporings- en kleurwedstrijd. Ook wordt er soms een extra inspanning
gedaan om een nieuwe strip te promoten. Een speciale abonnementsformule
bijvoorbeeld, zoals bij de start van Tijl Uilenspiegel in Het Nieuws van den
Dag. Dit is echter heel uitzonderlijk. En tenslotte vraagt Vooruit in de aankondiging van
Rupert aan de jonge lezers om de strip elke dag uit te knippen en aan hun
vrienden te laten lezen. En de kinderen die vier namen van vrienden kunnen
opgeven aan wie ze "Rupert" hebben laten lezen, mogen deelnemen aan
"een gratis tombola".[28]
Alle middelen zijn dus goed om de strips van de krant te promoten … 2.6. Exclusiviteit Het vermelden van exclusiviteit om de verhalen aan te prijzen komt
zeer weinig voor : slechts een twintigtal gevallen in totaal. Ook hier spelen
specifieke omstandigheden mee. Acht zulke vermeldingen staan in De Standaard
en De Nieuwe Gids in oktober/november 1947, bij de overstap van Vandersteen.
Elk van de kranten wilt dan benadrukken dat hun reeksen alleen in hun krant staan. La Lanterne hamert op de
exclusiviteit bij de start van Le Petit Roi en Superman, Het Nieuws van den
Dag vermeldt het één keer bij de start van het eigen verhaal Klawieter. De overige
vermeldingen gebeuren door La Wallonie, ook bij de start van eigen reeksen :
Le sept de trèfle, Folichon en Jim Harvey. Wat ook een aantal keren gebeurt, is het benadrukken
van de Belgische of Vlaamse oorsprong van verhalen. Zo bijvoorbeeld het
"Limbursch vervolgverhaal"[29]
van Anne-Marie Prijs. In een Pips-aankondiging benadrukt Het Volk dat het
personage speciaal voor de krant gecreëerd is en dat het verhaal
oorspronkelijk is.[30]
En ook bij de start van Van Zwam in Het Volk wordt er benadrukt dat de
figuren "door de bekende Vlaamse tekenaar Marc Sleen speciaal gecreëerd
werden voor de lezers van ons blad."[31]
Tenslotte wordt Smidje Smee in Vooruit herhaaldelijk beschreven als "een
verhaal van eigen bodem".[32] 2.7. De doelgroep Meestal richten de aankondigingen zich tot alle lezers
van de krant. Echt specifieke doelgroepen worden soms wel vermeld, maar dat
gebeurt niet zo vaak. In meer dan 350 gevallen wordt er niets gespecifieerd,
al wordt soms wel de lezer "aangesproken"[33].
Een veertigtal keer wordt "de lezer", of "onze lezers"
vermeld. Een vijftal keer wordt het hele gezin[34]
aangesproken, één enkele keer de grotere lezers, een twintigtal keer de
jongeren ("jonge lezers"[35],
"meisjes en jongens !"[36],
"lezertjes"[37])
en in een veertigtal gevallen worden formuleringen gebruikt als "kleine
en grote lezers"[38],
"jong en oud"[39],
"qui plairont aux petits et aux grands"[40]
en "nos lecteurs, petits et grands"[41]. Merkwaardige concentraties zijn te vinden bij de
Volksgazet (Mickey Mouse), waar in 5 van 7 aankondigingen duidelijk
ingespeeld wordt op jonge lezers en kinderen. Ook in de aankondigingen van de
"Kinderverhalen" in De Nieuwe Gazet en van Rupert in Vooruit wordt
verwezen naar de kinderen. Daaruit kan men afleiden dat de overgrote meerderheid
van de gepubliceerde strips voor een ruim publiek bedoeld zijn. De volwassen
lezers ontspannen lijkt het hoofddoel te zijn, en als de kinderen door de
aanwezigheid van strips de krant beginnen te lezen, dan is dat natuurlijk
mooi meegenomen. Tenslotte moet nog Het Laatste Nieuws vermeld worden,
dat zich graag op "nieuwe lezers" richt : in 1/6 van de
aankondigingen wordt er benadrukt dat nieuwe lezers het nieuw verhaal zonder
problemen kunnen volgen omdat het gaat om een "op zichzelf staand verhaal".[42] 2.8. Politiek In de aankondigingen wordt zeer weinig ingegaan op de
politieke inhoud van de verhalen. In de aankondiging van "De hoed van
Geeraard de Duivel" wordt een link gelegd naar een zekere PHS (Spaak
dus), en twee zeer politiek geladen verhalen[43]
van Het Nieuws van den Dag worden aangeduid als "reportages". En in
de aankondiging van het Suske en Wiske-verhaal De Koning Drinkt wordt de
"deviezenkwestie" uit het verhaal vermeld.[44]
Voor het overige zijn er geen verwijzingen naar de politiek of de
maatschappij te vinden. 2.9. Andere elementen die af te leiden zijn Blijkbaar was het plaatsen van strips soms ook
afhankelijk van de ruimte in de krant. Zo wordt in Le Soir het begin van
"Assepoester" een dag uitgesteld omdat er die dag te veel nieuws
is.[45]
Ook verhinderden technische problemen soms de publicatie van de strips.[46] Soms wordt in aankondigingen ingespeeld op de
"vraag van de lezers" : "Om aan het verlangen van velen onder
de trouwe lezers, die nog meer dergelijke tekenverhalen vragen, te voldoen,
beginnen wij deze week nog twee nieuwe strips."[47]
en "want uit vele brieven is gebleken in welke verrassende mate het
tekenverhaal van Marc Sleen in de smaak is gevallen en men tevens van de
sympathieke Van Zwam is gaan houden."[48]
Deze laatste zin is de enige keer dat er op lezersbrieven ingespeeld wordt,
zodat het zeer moeilijk af te leiden is of deze belangrijk waren[49]. 2.10. Het opstellen van deze teksten Waarschijnlijk werden deze teksten opgesteld door één
of andere redacteur van de krant. En deze persoon had blijkbaar niet altijd
even veel kennis van zaken, want enkele keren staan in de aankondiging de
verkeerde auteurs aangegeven.[50] Sommige aankondigingen werden blijkbaar wel meegeleverd
door de agentschappen. Dit blijkt duidelijk als de teksten uit verschillende
kranten overeenkomen. Dat is bijvoorbeeld het geval met de aankondigingen van
Tom Poes in Le Peuple en Het Volk : op het slot na is de inhoud volledig
identiek. Hetzelfde komt voor bij de aankondiging van Panda (Het Laatste
Nieuws en La Libre Belgique). En ook bij de aankondigingen van de
Disney-verhalen in Het Laatste Nieuws en Le Soir zijn er zulke overeenkomsten
te zien. |
[1] Hier worden alleen de
aankondigingsteksten behandeld die los van de stripstroken staan, die dus op een
andere plaats in de krant gepubliceerd worden. In enkele kranten wordt namelijk
ook onder de laatste aflevering van sommige verhalen een kort bericht
gepubliceerd in de zin van "Dit is het einde van dit verhaal, morgen
begint het volgende" gepubliceerd. Omdat het altijd bij die formulering
blijft, heb ik deze niet in deze analyse opgenomen. Ook in de inventaris zijn
ze niet terug te vinden.
[2] Marc Sleen. De avonturen van
detectief Van Zwam, De juwelen van Gaga-Pan, str. 31 (DNG, 5/10/1949)
[3] Marten Toonder. Tom Poes, Heer
Bommel stuit de vooruitgang. (HV, 7/8/1950)
[4] Siem
Praamsma. Jochem Jofel. (VR, 4/10/1949)
[5] J. Vlinder. Uit de bibliotheek
van Sint Niklaas. In : HNvdD, 16/11/1950, p. 7
[6] 103 vermeldingen op 185
aankondigingen voor Belgische auteurs, 79 vermeldingen op 299 aankondigingen
voor buitenlandse auteurs.
[7] HLN, aankondiging op 12/4/1947,
p. 1
[8] HLN, aankondiging op 20/10/1948,
p. 1
[9] HLN, aankondiging op 2/12/1947,
p. 1
[10] HLN, aankondiging op 6/12/1947,
p. 1
[11] HLN, aankondiging op 21/11/1950,
p. 1
[12] VR, aankondiging op 30/10/1949,
p. 3 & 31/10/1949, p. 2
[13] DS, aankondiging op 4/1/1950, p.
3
[14] LM, aankondiging op 13/12/1947,
p. 1
[15] LL, aankondiging op 2/4/1949, p.
1
[16] LS, aankondiging op 3/11/1946,
p. 1
[17] HV, aankondiging op 3/9/1950, p.
1
[18] HV, aankondiging op 6/3/1950, p.
4
[19] HNvdD, aankondiging op
16/9/1949, p. 1. Het betreft een aankondiging voor het Van Zwam-verhaal De
juwelen van Gaga-Pan. Het wordt actueel genoemd omdat Marc Sleen in het verhaal
inspeelt op de toen actuele diefstal van de juwelen van Aga-Khan.
[20] HNvdD, aankondiging op 4/6/1950,
p. 1
[21] NGA, aankondiging op 2/7/1950,
p. 1
[22] HLN, aankondiging op 3/4/1947,
p. 1
[23] NGA, aankondiging op 7/11/1948,
p. 1
[24] LW, aankondiging op 30/10/1946,
p. 1
[25] DS, aankondiging op 14/6/1947,
p. 1
[26] HNvdD, aankondiging op 6/6/1950,
p. 1
[27] DS, aankondigingen voor De
Bokkerijder, maart 1948
[28] VR, aankondiging op 5/5/1950, p.
2
[29] HBvL, aankondiging op 16/9/1945,
p. 1
[30] HV, aankondiging op 15/11/1948,
p. 1
[31] HV, aankondiging op 30/3/1950,
p. 4
[32] VR, aankondiging op 29/10/1949,
p. 3
[33] In de stijl van "morgen
vindt gij in uw krant …".
[34] Bijvoorbeeld in
deze : "Ces nouveaux venus provoqueront peut-être des querelles de
famille, mais en temps de vacances scolaires, les parents auront tout le loisir
de prendre connaissance de leur dernières péripéties avant que les
"petits" s'en accaparent." (LM, aankondiging op 12/8/1950, p. 1)
[35] VR, aankondiging op 15/8/1949,
p. 3
[36] DS, aankondiging op 19/3/1948,
p. 1
[37] NGA, aankondiging op 21/11/1947,
p. 7
[38] HLN, aankondiging op 14/12/1948,
p. 1
[39] HLN, aankondiging op 1/4/1949,
p. 1
[40] LL, aankondiging op 30/3/1948,
p. 1
[41] LS, aankondiging op 16/7/1949,
p. 1
[42] Bijvoorbeeld : "Personen
die de Steen van Atlantis niet gelezen hebben, zullen zonder moeite dit nieuwe
verhaal kunnen volgen.", "Het is een op zichzelf staand verhaal,
zoodat ook onze nieuwe lezers het kunnen volgen." (HLN, aankondigingen op
1/4/1947, p. 1 & 2/4/1947, p. 1)
[43] Anna Bouzilowna en Tijl
Uilenspiegel.
[44] DNG, aankondiging op 27/6/1947,
p. 1
[45] LS, aankondiging van 28/11/1950,
p. 1
[46] LW, aankondiging op 30/10/1946,
p. 1
[47] HNvdD, aankondiging op
22/3/1950, p. 1
[48] DNG, aankondiging op 9/1/1948,
p. 2
[49] In de inleiding van de
albumuitgave van Proleetje en Fantast wordt vermeld dat de redactie na het eerste
verhaal "talloze brieven" van lezers kreeg toegestuurd om een vervolg
te vragen. Wat men zich daar precies bij moet voorstellen, is echter niet al te
duidelijk. (Roggeman (Willem M.).
Op. Cit., p. 4-6)
[50] DH, aankondiging op 19/2/1946,
p. 1 (L'agent secret X-9) en LM, aankondiging 21/6/1948, p. 2 (Radio Patrol).