Inhoudstafel

Startpagina

 

 

2. "Vandaag begint ons nieuws tekenverhaal" : aankondigingen

 

2.1. Terminologie

2.2. Aantal

2.3. Plaatsing, formaat, tekstlengte en uitzicht

2.4. De auteur

2.5. Inhoud van de teksten

2.6. Exclusiviteit

2.7. De doelgroep

2.8. Politiek

2.9. Andere elementen die af te leiden zijn

2.10. Het opstellen van deze teksten

 

 

 

2. "Vandaag begint ons nieuw tekenverhaal" : aankondigingen

In de besluiten van de besprekingen per krant zijn de aankondigingen[1] al kort aan bod gekomen. Maar uit deze tekstjes is nog veel meer af te leiden over hoe er op de kranten met strips omgegaan werd en hoe de gepubliceerde strips aangeprezen werden bij de lezers. Iets minder dan 500 aankondigingen werden in totaal teruggevonden. Er zal verder ingegaan worden op een aantal aspecten, zoals terminologie, vermelden van auteurs, taalgebruik, doelpubliek, exclusiviteit, …

Volledige aankondigingen werden in de vorige delen al soms op de linkerpagina weergegeven. Ook hier worden op deze manier enkele volledige aankondigingen als illustratie weergegeven.

 

2.1. Terminologie

Een eerste zaak die deze aankondigingen ons kunnen leren, is welke termen er in de periode 1945-1950 gangbaar waren om strips aan te duiden, en dat zowel in het Nederlands als in het Frans.

Het meest voorkomende woord in het Nederlands is zonder twijfel "tekenverhaal". In één derde van de aankondigingen (165 keer) komt de term voor. Andere gebruikte termen zijn : "kinderverhaal" (5), "geïllustreerd verhaal" (12), "getekend verhaal" (2), "vervolgverhaal in prentenvorm" (1), "geïllustreerd vervolgverhaal" (1), "tekenbanden" (1), "beeldverhaal" (1), "strips" (3), "tekeningen" (11), "vervolgverhaal" (6) en "kleine geschiedenisjes zonder woorden" (1).

Hoewel het maar sporadisch voorkomt, wordt het woord "strip" in het Nederlands dus wel degelijk al gebruikt. Ook in de verhalen zelf komt de term voor : "Eens vlug naar de strip kijken. Er komt daar altijd zo'n onnozelaar in met selderblaadjes achter zijn oren. 'k Moet er soms mee lachen."[2], vertelt Nero over zichzelf in "De juwelen van Gaga-Pan". En ook Tom Poes neemt in "Heer Bommel stuit de vooruitgang" de term strips in de mond : "En deze wagens lijken me atoomauto's toe. Ik heb ze wel eens gezien op die Amerikaanse plaatjesseries die ze strips noemen !" [3] Jochem Jofel loopt in Vooruit dan weer op zijn einde met de volgende woorden : "Alles ging nu verder zoals het gaan moet in een behoorlijk stripverhaal."[4] En ook in een artikel in Het Nieuws van den Dag wordt van "strips" gesproken.[5]

Ook in het Frans wordt een hele reeks termen gebruikt. Eigenlijk kan men beter spreken van omschrijvingen in plaats van termen, omdat men het medium door combinatie van allerlei woorden probeert aan te duiden : "feuilletons dessinés" (20), "série de dessins" (1), "feuilleton en images" (4), "récits en images" (2), "feuilleton en dessins" (1), "récit illustré" (1), "dessins" (3), "feuilleton illustré" (4), "bande illustrée" (1), "récit par l'image" (1), en de meer specifieke "histoires sans paroles" (1) en "bande humoristique" (1). Terwijl "tekenverhaal" in het Nederlands goed doorgedrongen was en quasi-algemeen gebruikt werd, was men in het Frans duidelijk nog op zoek naar een geschikte term.

In veel aankondigingen wordt trouwens geen specifieke term vermeld, en houdt men het bij algemeenheden zoals "verhaal", "avontuur", "récit", "enquête", "geschiedenis", en zelfs "reportage" …

Wat ook moet aangestipt worden, is dat er qua termen geen enkel onderscheid gemaakt wordt tussen ballon- en ondertekststrips. Ze worden allebei op dezelfde manier aangeduid, in de meeste gevallen dus als "tekenverhaal". Ook wordt het onderscheid in de aankondigingen nooit op een andere manier vermeld, wat erop wijst dat het onderscheid tussen die twee varianten voor de kranten (en voor de lezers) blijkbaar niet veel belang had.

 

2.2. Aantal

Het aantal aankondigingen per krant en per verhaal varieert zeer sterk en hangt af van verschillende factoren. Koploper is Het Laatste Nieuws met 135 aankondigingen over de hele periode. Daarna volgen op grote afstand De Standaard (45), Le Soir (45), Het Nieuws van den Dag (42), Het Volk (41), La Wallonie (34), De Nieuwe Standaard samen met De Nieuwe Gids (34), Le Peuple (21), La Dernière Heure (17), De Nieuwe Gazet (15), La Lanterne (12), Le Matin (11), De Roode Vaan (10), Vooruit (9), Volksgazet (7), La Libre Belgique (5), Het Belang van Limburg (5) en Gazet van Antwerpen (1). In Le Drapeau Rouge zijn er geen terug te vinden.

Er is geen echt verband aan te duiden tussen het aantal aankondigingen en het aantal gepubliceerde stripstroken. Aankondigingen-koploper Het Laatste Nieuws publiceert bijvoorbeeld enorm veel strips, maar La Libre Belgique en La Lanterne doen dat ook, en zij publiceren heel weinig aankondigingen. Het aantal werd dus eerder bepaald door de bereidheid van de krant om haar strips via deze promotietekstjes in de aandacht te plaatsen.

Een verband is wel aanwezig tussen het aantal gepubliceerde aankondigingen en "crisismomenten" : zo swingt het fenomeen de pan uit tijdens de "krantenoorlog" tussen De Standaard en De Nieuwe Gids. En bij het verdwijnen van Van Zwam uit Het Nieuws van den Dag worden de opvolgers met even veel inspanningen aangekondigd. En ook bij zeer prestigieuze reeksen of reeksen die voor de krant zeer belangrijk zijn, neemt het aantal tekstjes toe.

 

2.3. Plaatsing, formaat, tekstlengte en uitzicht

358 van de geanalyseerde aankondigingen bevinden zich op de eerste pagina, 41 op pagina 2, 34 op pagina 3, 17 op pagina 4, 15 op pagina 5 en de rest (met steeds minder gevallen per pagina) verspreid over de andere pagina's van de krant. Meestal zijn deze tekstjes onderaan de bladzijde terug te vinden, soms meer naar het midden toe en uitzonderlijk bovenaan. Door het plaatsen van deze berichten op de voorpagina (of toch sterk vooraan in de krant) is de bedoeling duidelijk het opvallen ervan. De lezer moet ze bij het zien van de krant onmiddellijk opmerken.

In ongeveer de helft van de gevallen wordt de aankondigingstekst vergezeld van een tekening. Vooral Het Laatste Nieuws, Het Volk en Le Soir maken gebruik van deze mogelijkheid om de aankondigingen nog meer te doen opvallen én de nieuwe strip op een meer visuele manier voor te stellen.

Ook belangrijk om op te vallen is de oppervlakte die de aankondigingen innemen. Die varieert van 10 tot 350 cm2, en bedraagt gemiddeld zo'n 85 cm2. Het aantal woorden varieert van 1 (!) tot 600, maar de meeste bevinden zich tussen 1 en 150. Het gemiddeld aantal woorden bedraagt 56.

De grootste en langste aankondigingen vallen natuurlijk sterk op door hun oppervlakte (tot 1/6 van een pagina), maar ook bij de kortere teksten is dat het geval door het gebruik van kaders en grote en/of speciale lettertypes.

 

2.4. De auteur

Op 489 geanalyseerde aankondigingen wordt in 182 gevallen de auteur van het verhaal vermeld, in de overige 301 gevallen niet. Het wel vermelden gebeurt dus duidelijk in een minderheid van de gevallen. Ook is het opvallend dat deze auteursvermeldingen vooral bij bepaalde kranten voorkomen. Vooral de kranten De Standaard en De Nieuwe Gids maken van deze mogelijkheid gebruik. Niet zo verwonderlijk, aangezien ze twee zeer gegeerde Belgische tekenaars, Willy Vandersteen en Marc Sleen, in huis hebben. Merkwaardig (of eerder logisch) is wel dat Belgische tekenaars veel meer kans hebben om in aankondiging vermeld te worden.[6] En hetzelfde geldt ook voor het geven van verdere uitleg over auteurs. In 59 gevallen wordt er namelijk ook iets extra over de auteur verteld.

Wat wordt er dan zoal verteld over deze auteurs ? Meestal is het gewoon een korte omschrijving om hen "belangrijk" te maken. Enkele voorbeelden : "Milton Caniff, den bekenden Amerikaanschen kunstenaar"[7], "de bekende Deense tekenaar Ostrup"[8], "de beroemde tekenaar"[9], "Hollywood's tovenaar"[10] en "de grote meester van de Amerikaanse tekenfilm"[11] over Walt Disney, "de bekende artist G. Van Raemdonck"[12], "de onovertrefbare Willy Van der Steen"[13], "grand dessinateur Suédois Lennart Ek"[14], "Chick Young le célèbre auteur de "comics""[15], "le célèbre caricaturiste hollandais Martin Toonder"[16], "Marc Sleen, de beste striptekenaar van België"[17] of nog "de reeds beroemde Vlaamse tekenaar Marc Neels, wiens tekenbanden tot het beste behoren wat in Vlaanderen reeds werd verwezenlijkt op dit gebied."[18]

Als men deze beschrijvingen van de stripauteurs als "kunstenaars" mag geloven, dan werden strips blijkbaar wel "au sérieux" genomen. Maar natuurlijk mag men niet uit het oog verliezen dat het hier om promotieteksten gaat, die de strips aan de lezers moeten "verkopen". Toch kan men niet ontkennen dat een zeker respect voor de auteurs aanwezig is.

 

2.5. Inhoud van de teksten

Ongeveer de helft van de aankondigingen blijft beperkt tot één korte zin, van het type "Morgen begint ons nieuw tekenverhaal". Welke elementen treft men (behalve de net behandelde auteurs) dan nog aan in langere teksten ?

In de helft van de gevallen wordt in de aankondiging een samenvatting of beschrijving van het verhaal gegeven. Dat kan bijvoorbeeld het voorstellen van de personages zijn, het voorstellen van de beginsituatie, het bekendmaken van enkele verhaallijnen, …

Ook het nieuwsgierig maken van de lezer door middel van vragen of mysterieuse aanwijzingen hoort hierbij. Een voorbeeld van deze vraag-aanpak zijn de aankondigingen van het Suske en Wiske-verhaal De Vliegende Aap, die hiernaast weergegeven worden. Het mysterie is dan weer terug te vinden in Het Volk, waar een Thomas Pips-verhaal aangekondigd wordt door tekeningen van magneten en vraagtekens, zonder enige uitleg. En Het Nieuws van den Dag doet hetzelfde door enkele dagen en zonder verdere uitleg de berichten "Klawieter" en "Anna Bouzilowna" op allerlei plaatsen in de krant te publiceren.

Natuurlijk kan het ook gewoner, en kan men gewoon vertellen waarom het voorgestelde verhaal zo goed is : "adembenemende avonturen", "aventures désopilantes", "charmante histoire", "merveilleuse aventure", "nieuw spannend verhaal", "plezierige en boeiende geschiedenis", "prachtig tekenverhaal" en "spannende avonturen" zijn daar maar enkele voorbeelden van. Het is opvallend dat deze beschrijvingen eigenlijk beperkt blijven tot spannend-grappig-mooi-plezierig. Eén keer is er sprake van een "boeiend en actueel tekenverhaal"[19], maar dat is echt een uitzondering.

De tekenstijl wordt maar zelden besproken, maar het gebeurt : "En jonge tekenaar Piet Wijn heeft deze avonturen buitengewoon levendig en boeiend getekend, zoals reeds blijkt uit de voorstelling der figuren die hierbij is afgedrukt."[20] Of nog : "onze tekenaar heeft er voor gezorgd, die avonturen werkelijk prachtig uit te beelden."[21]

Ook wordt de lezer er soms bij betrokken : "Het is een boeiend verhaal, dat de lezers weken lang in spanning houden zal."[22], "Dit verhaal zal iedereen sterk boeien."[23]

Eén keer wordt een Belgische strip vergeleken met de Amerikaanse voorbeelden : "Conçues sur un rythme rapide qua n'a rien à envier aux meilleurs "cartoons" américains, les aventures qu'ils vous proposent donnent la vedette à des personnages inédits qui seront bientôt les amis de tous."[24]

En sommige aankondigingsschrijvers zijn blijkbaar zo enthousiast dat ze de poëtische of lyrische toer opgaan : "Een pint gezond bloed maakt uw dag tot 't einde goed. Wees niet grim en ook niet gram. Laat uw blik eerst gaan naar de Familie Snoek. Zij trekt een lichtstreep door Uw leven zoals de lustige snaken Suske en Wiske. (…) Als een fris windje in heerlijk zongeklater brengen die prenten U elke morgen de boodschap van een nieuwe blijde dag."[25], "Het is een fantastisch verhaal, maar is het niet prettig elke dag enkele minuten het nuchtere en alledaagse te kunnen vergeten om de spannende romantiek mee te leven in een andere wereld, vol moed, ridderlijkheid en avontuur ?"[26]. Deze aanpak komt vooral veelvuldig voor in De Standaard, bij de voorstelling van de verhalen van Vandersteen.

Diezelfde Standaard dringt er op een bepaald moment[27] bij de lezers op aan hun "voorzorgen" te nemen, m.a.w. een abonnement te nemen om het verhaal zonder onderbrekingen te kunnen volgen.

Een ander middel om de aandacht te trekken, is dan weer het organiseren van een wedstrijd. Aan Smidje Smee en het Suske en Wiske-verhaal De Bokkerijder koppelen Vooruit en De Standaard respectievelijk een opsporings- en kleurwedstrijd. Ook wordt er soms een extra inspanning gedaan om een nieuwe strip te promoten. Een speciale abonnementsformule bijvoorbeeld, zoals bij de start van Tijl Uilenspiegel in Het Nieuws van den Dag. Dit is echter heel uitzonderlijk.

En tenslotte vraagt Vooruit in de aankondiging van Rupert aan de jonge lezers om de strip elke dag uit te knippen en aan hun vrienden te laten lezen. En de kinderen die vier namen van vrienden kunnen opgeven aan wie ze "Rupert" hebben laten lezen, mogen deelnemen aan "een gratis tombola".[28] Alle middelen zijn dus goed om de strips van de krant te promoten …

 

2.6. Exclusiviteit

Het vermelden van exclusiviteit om de verhalen aan te prijzen komt zeer weinig voor : slechts een twintigtal gevallen in totaal. Ook hier spelen specifieke omstandigheden mee. Acht zulke vermeldingen staan in De Standaard en De Nieuwe Gids in oktober/november 1947, bij de overstap van Vandersteen. Elk van de kranten wilt dan benadrukken dat hun reeksen alleen in hun krant staan. La Lanterne hamert op de exclusiviteit bij de start van Le Petit Roi en Superman, Het Nieuws van den Dag vermeldt het één keer bij de start van het eigen verhaal Klawieter. De overige vermeldingen gebeuren door La Wallonie, ook bij de start van eigen reeksen : Le sept de trèfle, Folichon en Jim Harvey.

Wat ook een aantal keren gebeurt, is het benadrukken van de Belgische of Vlaamse oorsprong van verhalen. Zo bijvoorbeeld het "Limbursch vervolgverhaal"[29] van Anne-Marie Prijs. In een Pips-aankondiging benadrukt Het Volk dat het personage speciaal voor de krant gecreëerd is en dat het verhaal oorspronkelijk is.[30] En ook bij de start van Van Zwam in Het Volk wordt er benadrukt dat de figuren "door de bekende Vlaamse tekenaar Marc Sleen speciaal gecreëerd werden voor de lezers van ons blad."[31] Tenslotte wordt Smidje Smee in Vooruit herhaaldelijk beschreven als "een verhaal van eigen bodem".[32]

 

2.7. De doelgroep

Meestal richten de aankondigingen zich tot alle lezers van de krant. Echt specifieke doelgroepen worden soms wel vermeld, maar dat gebeurt niet zo vaak. In meer dan 350 gevallen wordt er niets gespecifieerd, al wordt soms wel de lezer "aangesproken"[33]. Een veertigtal keer wordt "de lezer", of "onze lezers" vermeld. Een vijftal keer wordt het hele gezin[34] aangesproken, één enkele keer de grotere lezers, een twintigtal keer de jongeren ("jonge lezers"[35], "meisjes en jongens !"[36], "lezertjes"[37]) en in een veertigtal gevallen worden formuleringen gebruikt als "kleine en grote lezers"[38], "jong en oud"[39], "qui plairont aux petits et aux grands"[40] en "nos lecteurs, petits et grands"[41].

Merkwaardige concentraties zijn te vinden bij de Volksgazet (Mickey Mouse), waar in 5 van 7 aankondigingen duidelijk ingespeeld wordt op jonge lezers en kinderen. Ook in de aankondigingen van de "Kinderverhalen" in De Nieuwe Gazet en van Rupert in Vooruit wordt verwezen naar de kinderen.

Daaruit kan men afleiden dat de overgrote meerderheid van de gepubliceerde strips voor een ruim publiek bedoeld zijn. De volwassen lezers ontspannen lijkt het hoofddoel te zijn, en als de kinderen door de aanwezigheid van strips de krant beginnen te lezen, dan is dat natuurlijk mooi meegenomen.

Tenslotte moet nog Het Laatste Nieuws vermeld worden, dat zich graag op "nieuwe lezers" richt : in 1/6 van de aankondigingen wordt er benadrukt dat nieuwe lezers het nieuw verhaal zonder problemen kunnen volgen omdat het gaat om een "op zichzelf staand verhaal".[42]

 

2.8. Politiek

In de aankondigingen wordt zeer weinig ingegaan op de politieke inhoud van de verhalen. In de aankondiging van "De hoed van Geeraard de Duivel" wordt een link gelegd naar een zekere PHS (Spaak dus), en twee zeer politiek geladen verhalen[43] van Het Nieuws van den Dag worden aangeduid als "reportages". En in de aankondiging van het Suske en Wiske-verhaal De Koning Drinkt wordt de "deviezenkwestie" uit het verhaal vermeld.[44] Voor het overige zijn er geen verwijzingen naar de politiek of de maatschappij te vinden.

 

2.9. Andere elementen die af te leiden zijn

Blijkbaar was het plaatsen van strips soms ook afhankelijk van de ruimte in de krant. Zo wordt in Le Soir het begin van "Assepoester" een dag uitgesteld omdat er die dag te veel nieuws is.[45] Ook verhinderden technische problemen soms de publicatie van de strips.[46]

Soms wordt in aankondigingen ingespeeld op de "vraag van de lezers" : "Om aan het verlangen van velen onder de trouwe lezers, die nog meer dergelijke tekenverhalen vragen, te voldoen, beginnen wij deze week nog twee nieuwe strips."[47] en "want uit vele brieven is gebleken in welke verrassende mate het tekenverhaal van Marc Sleen in de smaak is gevallen en men tevens van de sympathieke Van Zwam is gaan houden."[48] Deze laatste zin is de enige keer dat er op lezersbrieven ingespeeld wordt, zodat het zeer moeilijk af te leiden is of deze belangrijk waren[49].

 

2.10. Het opstellen van deze teksten

Waarschijnlijk werden deze teksten opgesteld door één of andere redacteur van de krant. En deze persoon had blijkbaar niet altijd even veel kennis van zaken, want enkele keren staan in de aankondiging de verkeerde auteurs aangegeven.[50]

Sommige aankondigingen werden blijkbaar wel meegeleverd door de agentschappen. Dit blijkt duidelijk als de teksten uit verschillende kranten overeenkomen. Dat is bijvoorbeeld het geval met de aankondigingen van Tom Poes in Le Peuple en Het Volk : op het slot na is de inhoud volledig identiek. Hetzelfde komt voor bij de aankondiging van Panda (Het Laatste Nieuws en La Libre Belgique). En ook bij de aankondigingen van de Disney-verhalen in Het Laatste Nieuws en Le Soir zijn er zulke overeenkomsten te zien.

 

 



[1] Hier worden alleen de aankondigingsteksten behandeld die los van de stripstroken staan, die dus op een andere plaats in de krant gepubliceerd worden. In enkele kranten wordt namelijk ook onder de laatste aflevering van sommige verhalen een kort bericht gepubliceerd in de zin van "Dit is het einde van dit verhaal, morgen begint het volgende" gepubliceerd. Omdat het altijd bij die formulering blijft, heb ik deze niet in deze analyse opgenomen. Ook in de inventaris zijn ze niet terug te vinden.

[2] Marc Sleen. De avonturen van detectief Van Zwam, De juwelen van Gaga-Pan, str. 31 (DNG, 5/10/1949)

[3] Marten Toonder. Tom Poes, Heer Bommel stuit de vooruitgang. (HV, 7/8/1950)

[4] Siem Praamsma. Jochem Jofel. (VR, 4/10/1949)

[5] J. Vlinder. Uit de bibliotheek van Sint Niklaas. In : HNvdD, 16/11/1950, p. 7

[6] 103 vermeldingen op 185 aankondigingen voor Belgische auteurs, 79 vermeldingen op 299 aankondigingen voor buitenlandse auteurs.

[7] HLN, aankondiging op 12/4/1947, p. 1

[8] HLN, aankondiging op 20/10/1948, p. 1

[9] HLN, aankondiging op 2/12/1947, p. 1

[10] HLN, aankondiging op 6/12/1947, p. 1

[11] HLN, aankondiging op 21/11/1950, p. 1

[12] VR, aankondiging op 30/10/1949, p. 3 & 31/10/1949, p. 2

[13] DS, aankondiging op 4/1/1950, p. 3

[14] LM, aankondiging op 13/12/1947, p. 1

[15] LL, aankondiging op 2/4/1949, p. 1

[16] LS, aankondiging op 3/11/1946, p. 1

[17] HV, aankondiging op 3/9/1950, p. 1

[18] HV, aankondiging op 6/3/1950, p. 4

[19] HNvdD, aankondiging op 16/9/1949, p. 1. Het betreft een aankondiging voor het Van Zwam-verhaal De juwelen van Gaga-Pan. Het wordt actueel genoemd omdat Marc Sleen in het verhaal inspeelt op de toen actuele diefstal van de juwelen van Aga-Khan.

[20] HNvdD, aankondiging op 4/6/1950, p. 1

[21] NGA, aankondiging op 2/7/1950, p. 1

[22] HLN, aankondiging op 3/4/1947, p. 1

[23] NGA, aankondiging op 7/11/1948, p. 1

[24] LW, aankondiging op 30/10/1946, p. 1

[25] DS, aankondiging op 14/6/1947, p. 1

[26] HNvdD, aankondiging op 6/6/1950, p. 1

[27] DS, aankondigingen voor De Bokkerijder, maart 1948

[28] VR, aankondiging op 5/5/1950, p. 2

[29] HBvL, aankondiging op 16/9/1945, p. 1

[30] HV, aankondiging op 15/11/1948, p. 1

[31] HV, aankondiging op 30/3/1950, p. 4

[32] VR, aankondiging op 29/10/1949, p. 3

[33] In de stijl van "morgen vindt gij in uw krant …".

[34] Bijvoorbeeld in deze : "Ces nouveaux venus provoqueront peut-être des querelles de famille, mais en temps de vacances scolaires, les parents auront tout le loisir de prendre connaissance de leur dernières péripéties avant que les "petits" s'en accaparent." (LM, aankondiging op 12/8/1950, p. 1)

[35] VR, aankondiging op 15/8/1949, p. 3

[36] DS, aankondiging op 19/3/1948, p. 1

[37] NGA, aankondiging op 21/11/1947, p. 7

[38] HLN, aankondiging op 14/12/1948, p. 1

[39] HLN, aankondiging op 1/4/1949, p. 1

[40] LL, aankondiging op 30/3/1948, p. 1

[41] LS, aankondiging op 16/7/1949, p. 1

[42] Bijvoorbeeld : "Personen die de Steen van Atlantis niet gelezen hebben, zullen zonder moeite dit nieuwe verhaal kunnen volgen.", "Het is een op zichzelf staand verhaal, zoodat ook onze nieuwe lezers het kunnen volgen." (HLN, aankondigingen op 1/4/1947, p. 1 & 2/4/1947, p. 1)

[43] Anna Bouzilowna en Tijl Uilenspiegel.

[44] DNG, aankondiging op 27/6/1947, p. 1

[45] LS, aankondiging van 28/11/1950, p. 1

[46] LW, aankondiging op 30/10/1946, p. 1

[47] HNvdD, aankondiging op 22/3/1950, p. 1

[48] DNG, aankondiging op 9/1/1948, p. 2

[49] In de inleiding van de albumuitgave van Proleetje en Fantast wordt vermeld dat de redactie na het eerste verhaal "talloze brieven" van lezers kreeg toegestuurd om een vervolg te vragen. Wat men zich daar precies bij moet voorstellen, is echter niet al te duidelijk. (Roggeman (Willem M.). Op. Cit., p. 4-6)

[50] DH, aankondiging op 19/2/1946, p. 1 (L'agent secret X-9) en LM, aankondiging 21/6/1948, p. 2 (Radio Patrol).