|
|
20.2. Strips uit België,
Nederland en de VS 20.2.2. Tenas & Rali laten
Pierre Azur opstijgen 20.2.3. Annie, nog altijd op de
dool 20.2.4. Tom Pouce et
Monsieur Bommel 20.2.5. Les Jeunes : Histoire illustrée des travailleurs |
|
|
|
20.1. Historiek en situering Le Peuple werd in 1885 in Brussel opgericht als
samensmelting van twee socialistische weekbladen, en werd de Waalse
tegenhanger van Vooruit. In 1886 werd de "Société Coöpérative du
Peuple" opgericht en in 1899 besliste de BWP dat elk lid zich moest
abonneren op Le Peuple of Vooruit. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd de
publicatie onderbroken, tijdens de Tweede Wereldoorlog verscheen Le Peuple
clandestien. Na de bevrijding komt de krant terug op 4 september 1944.
Ook wordt na de oorlog de socialistische pers gereorganiseerd : Le Peuple
wordt een partijblad, en het Luikse La Wallonie een vakbondsblad. Daarvoor
worden twee nieuwe uitgeversmaatschappijen opgericht, de Sodépe (Société
d'édition du Peuple) en de Société d'Impression et d'Edition. Om met de andere kranten te kunnen concurreren, gaat Le
Peuple trouwens de populaire toer op, onder andere door de publicatie van de
"magazine"-pagina. De krant staat onder leiding van Léon Delsinne
(in 1948 opgevolgd door Albert Housiaux) en heeft Victor Larock als politiek
directeur. Ze haalt volgens Campé in 1949 een oplage van 114.000 exemplaren.[1] Le Peuple verschijnt zes keer per week, en elke keer
worden er strips opgenomen. De krant verschijnt op groot formaat (40/60) en
de omvang stijgt van 4 pagina's in de beginperiode tot 8 pagina's in 1950. Ondertitel is
"Organe du Parti Socialiste Belge". In een advertentie in het
"Officieel jaarboek van de Belgische pers" typeert de krant
zichzelf als volgt : "Se classe au premier rang des grands journaux par
l'importance de son tirage, la variété et la rapidité de des informations. Il
est répandu dans tous les milieux ouvriers, agricoles, parmi les employés,
les techniciens et les intellectuels."[2] 20.2. Strips uit België, Nederland en de VS 20.2.1. Donald Duck ""Le Peuple" a toujours été
à l'affût de ce qui peut intéresser ses nombreux lecteurs. Ceux-ci lui en
savent gré et le lui témoignent par leur fidélité. Aujourd'hui nous
commençons la publication de deux innovations, deux nouvelles
exclusivités." En na een nieuwe rubriek voorgesteld te hebben, gaat de
tekst verder : "Pour nos petits lecteurs, nous publierons, chaque fois
que les événements intéressant les grands le permettront, les aventures de Donald,
le Canard, une des dernières créations du génial artiste Walt Disney, le père
de l'inénarrable Félix le Chat. Aux uns et aux autres, nous souhaitons de
trouver beaucoup de plaisir à la lecture de nos deux nouvelles
rubriques."[3] Zo kondigt Le Peuple op 13 juli 1945 haar eerste
naoorlogse strip, Donald Duck[4],
aan. Aan de tekeningen te zien, zijn deze gagstroken meer dan waarschijnlijk
afkomstig uit de jaren 1930. De reeks, die verdeeld wordt door Opera Mundi,
begint redelijk onregelmatig, maar wordt na verloop van tijd dagelijks. 20.2.2. Tenas & Rali laten Pierre Azur opstijgen Donald loopt af op 4 april 1948, en wordt opgevolgd door
een Belgisch verhaal. Tenas en Rali[5]
brengen namelijk "Pierre Azur, pilote de ligne". Deze realistische
ballonstrip vertelt de avonturen van twee piloten, Pierre Azur (een
"held" uit de Tweede Wereldoorlog) en Bob Toriac, die in Indië in
een echt wespennest terechtkomen. De luchtvaartmaatschappij waarvoor ze werken, Condor Air
Line, wil een nieuwe route over Indië inwijden, maar een sabotagegolf houdt
het vliegtuig aan de grond. Als ze dan toch kunnen opstijgen, worden ze
tijdens hun vlucht aangevallen door vijandige toestellen. Ze worden verplicht
te landen en worden gevangen genomen door de Prins van Gandor. Deze blijkt
samen met een westerling aan het hoofd van een misdadigersbende te staan die
de omgeving uitperst. Pottekijkers kunnen ze best missen en de
luchtvaartmaatschappij is dus een serieuze stoorzender. Ook een
wetenschappelijke expeditie blijkt trouwens een stoorzender te zijn, zodat de
bende Professor Duray en zijn dochter ook opsluit. De gevangenen worden gefolterd om informatie vrij te geven
over de bedoelingen van de luchtvaartmaatschappij. Maar gelukkig voor hen
slagen ze erin onderling contact te leggen en te ontsnappen. Achternagezeten
door de bendeleden, vluchten ze op de rug van een heilige olifant naar het
vliegveld waar ze in het begin van het verhaal geland waren. En daar komt
alles goed : ze worden gered door de politie, waarna ze terugkeren naar de
"beschaving". Ook vanaf 6 april 1948 publiceert Le Peuple ook dagelijks
een verticale strook van Ali Baba, van de hand van Ostrup. 20.2.3. Annie, nog altijd op de dool Ook bij Le Peuple duurt de publicatie van Belgisch
materiaal niet lang. Op 28 juli 1948 begint Le Peuple de publicatie van Annie
l'orpheline van Darell McClure, een reeks die al besproken werd in de delen
over La Wallonie en La Lanterne. In deze verhalen zetten Annie en haar hondje
Zero hun vlucht verder, om te proberen uit de klauwen van het weeshuis te
blijven. De gepubliceerde verhalen stammen waarschijnlijk uit de jaren 1930. In één van de verhalen maakt Annie deel uit van een
expeditie die achter een verloren schat zoekt. Een zeeman doet daarin enorm
misprijzend over geld en "dikke kapitalisten". Maar Annie is veel
positiever ingesteld tegenover de schat : "Pense un peu, Zéro, à la
belle vie que nous allons avoir. Quand nous serons sur un grand bateau qui va
nous mener dans une jolie île où on va retrouver beaucoup de dollars."[6] Later vindt de expeditie een verloren gewaand meisje
terug. Eilandbewoners aanbidden haar als een godin. En om het meisje te
kunnen benaderen, laten de expeditieleden Annie ook doorgaan voor een godin.
Het lukt, en het meisje overlaadt Annie met vragen over de "pays magiques"
waar ze vandaan komt. "Ah ! Oui on y voit des choses extraordinaires
mais il n'y a rien de magique ou de miraculeux.", vertelt Annie. En op de vraag van het
meisje of die wonderlijke dingen groeien zoals de bloemen, antwoordt ze :
"Mais non, elles ne poussent pas ! Ce sont les hommes et les femmes qui
travaillent durement pour les fabriquer. Ils sont très adroits."[7] De volgende dagen gaat dat gesprek serieus de immateriële
en filosofische toer op. Zo verklaart Annie : "Une maman a bien plus de
valeur que des bagues de diamant et autres bijoux !"[8]
En ook het
geluk van de mensen en hun eigen aandeel daarin komt aan bod, zoals blijkt
uit volgend gesprek : -
"Oh ! petite sœur chérie ! Comme je voudrais
connaître ces pays merveilleux d'où tu viens et où le bonheur des gens n'a
pas de limites." -
"Je t'assure Agnès que ce sont réellement de beaux
et grands pays et que tout ce que je t'ai dit est la vérité. Mais tout le
monde n'y est pas toujours heureux. Il y en a qui ne font pas ce qu'il faut
pour être heureux !" -
Mais pourquoi chercherait-on le malheur dans des pays
aussi merveilleux ?" -
"Ce qu'il y a de plus curieux. Tout le monde
pourrait être heureux mais je connais un tas de gens qui ne le sont
pas."[9] Op een ander moment krijgt Annie te horen :
"Et que tu sois déesse ou gamine, j'affirme que l'humanité serait bien
heureuse, si ses dirigeants avaient ton honnêteté et ton courage."[10]
Weer een traditionele kritiek op de beleidsmakers … Tenslotte moet nog vermeld worden dat het
Annie-verhaal op een zeer verdachte manier eindigt. Om plaats te ruimen voor
Tom Poes, wordt de publicatie op 20 januari 1949 afgebroken. Aan het verhaal
wordt nog snel een einde gebreid, waarschijnlijk door een medewerker van Le
Peuple. Want zoals op de linkerpagina's te zien is, is er duidelijk met de
tekstballonnen en lettering geknoeid. 20.2.4. Tom Pouce et Monsieur Bommel Op 21 januari 1949 gaat de publicatie van
"Tom Pouce" van start. In tegenstelling tot de publicatie in Het
Volk, wordt de volgorde van de verhalen hier wel gerespecteerd. En door de
vroegere startdatum worden er vanzelfsprekend meer verhalen opgenomen. Op één
uitzondering na worden alle verhalen uit Het Volk ook in Le Peuple
gepubliceerd, dus ook het reeds besproken en zeer politiek getinte "Tom
Poes en de talisman". In de extra verhalen komen Tom Poes en Heer Bommel onder
andere in contact met een watergeest, die allerlei mensen bedreigt en in
kikkers verandert. Gelukkig blijkt het om een oplichter te gaan. In een ander
verhaal zorgt de geschifte Professor Sickbock voor een verschuiving van de
aardas, zodat de aarde in een nieuwe IJstijd terecht komt. Tom Poes en Bommel
nemen het echter op tegen Sickbock en zorgen ervoor dat de aardas terug in
haar oorspronkelijke positie terecht komt : ze hebben de wereld gered.
Achteraf blijkt dat Sickbock uit puur commerciële redenen handelde : onder
het ijs van de polen zouden zich diamanten en petroleum bevinden, die bij het
smelten van de ijskappen opgegraven zouden kunnen worden. Ook belanden de twee personages in Schotland, op zoek naar
het monster van Loch Ness. Hierbij krijgt de lezer een beeld van de Schotten
voorgeschoteld als enorm gierige mensen. Tom Poes en Heer Bommel moeten veel
betalen voor een vuile hotelkamer in slechte staat, en voor alles moet extra
betaald worden. Tenslotte krijgt Tom Poes vanaf 8 februari het gezelschap
van Donald Duck. Onder de titel "Les Nouvelles Aventures de Donald
Duck" wordt namelijk een tweede reeks gagstroken van de Disney-eend
gepubliceerd. En vanaf 15 december duikt een nieuw personage op in de
krant. Vanaf dan verschijnen namelijk de gagstroken van "Notre Ami
Biskott" door Steve Donogan dagelijks in Le Peuple. 20.2.5. Les Jeunes : Histoire illustrée des travailleurs Ook Le Peuple beschikt over een jeugdpagina, simpelweg
getiteld "Les Jeunes". Meestal is deze een halve pagina groot, en
wordt ze gevuld met allerlei artikels. Op deze jeugdpagina loopt van 16
januari 1947 tot 19 februari 1948 de educatieve reeks "Histoire
illustrée des travailleurs". Hierin geeft tekenares Suzanne André[11]
wekelijks een episode weer uit de arbeidersgeschiedenis. Van de Galliërs tot
de manufacturen, over François Anneessens, opstanden van horigen en een
zestiende-eeuwse arbeidersopstand in Gent. Deze getekende geschiedenisles
legt vooral de nadruk op de slechte leefomstandigheden van de arbeiders
doorheen de tijd. De opvolging is iets meer ontspannen en wordt verzorgd
door Pif, Paf et Pouf. In deze gagstroken van de Britse tekenaar Tim[12]
spelen drie hondjes de hoofdrol. De reeks wordt verdeeld door het Londense
Cooper Features. 20.3. Besluit Ondanks een vroege start blijft Le Peuple op stripgebied
eerder bescheiden. Lange tijd wordt er dagelijks maar één reeks gepubliceerd,
en geleidelijk wordt dit aantal uitgebreid tot twee, drie en zelfs vier.
Algemeen gezien zijn de gepubliceerde reeksen redelijk gevarieerd en worden
ze gehaald bij Opera Mundi, PIB, de Toonder-Studio's, Studio Vox en Cooper
Features. Ook wordt er beroep gedaan op Belgische auteurs, zowel in de krant
zelf als voor de jeugdpagina. Aankondigingen worden bij de start van sommige reeksen
gepubliceerd, en als dat gebeurt, kunnen het er redelijk veel zijn : zo
hebben zowel Ali Baba als Annie recht op zes aankondigingen. Auteurs worden
daar soms in vermeld, wat totaal niet het geval is met de titels. Wie de naam
van een auteur wilt kennen, is volledig aangewezen op de handtekeningen. Van enkele verhalen is de politieke inhoud interessant.
Annie verkondigt haar sociale boodschap verder, en het anticommunistische
verhaal "Tom Poes en de talisman" wordt ook in Le Peuple opgenomen.
Verder moet nog de "Histoire illustrée des travailleurs" vermeld
worden, dat de jonge lezers in stripvorm de geschiedenis van de
arbeidersbeweging bijbrengt. |
[1] De
Bens (Els). Op. Cit., p. 399-400 ; Campé
(René), Dumon (Marthe) & Jespers (Jean-Jacques). Op. Cit., p. 105-119
[2] Annuaire officiel de
la presse belge. Op. Cit., p. 22
[3] LP, aankondiging op 13/7/1945,
p. 1
[4] Zie Gazet van Antwerpen.
[5] Pseudoniem van Raoul Livain.
Deze Belgische auteur, geboren in 1907, startte na de Tweede Wereldoorlog met
het publiceren van strips. Vanaf 1947 werkte hij met Tenas samen voor
verschillende reeksen in onder andere het tijdschrift Bravo. (Van Hamme (Jean) (red.). Op
Cit., p. 41 ; Dictionnaire biographique illustré des
artistes …. Op.
Cit., p. 322)
[6] Darell McClure.
Annie l'orpheline. (LP, 5/9/1948)
[7] Idem. (LP,
14/12/1948)
[8] Idem. (LP,
16/12/1948)
[9] Idem. (LP,
22/12/1948)
[10] Idem. (LP,
11/12/1948)
[11] Belgische schilderes,
illustratrice en striptekenaarster, geboren in 1909. Tijdens het interbellum
werkte ze in de reclamewereld en strips publiceerde ze na de Tweede
Wereldoorlog onder andere in Annette en Tintin. (Piron (Paul). Op. Cit., p. 25)
[12] Pseudoniem van William Tymyn,
Brits stripauteur. (Filippini
(Henri)1. Op. Cit., p. 777)