|
|
1.2. Strips uit Nederland, de VS en Scandinavië 12.2. Hans G. Kresse en Eric de Noorman 1.2.3. Steve Canyon en Walt Disney 1.2.4. Marten Toonder en zijn Panda 1.2.5.
Optimist, Adamson en Het hoekje voor de jeugd |
|
|
|
1. Het Laatste
Nieuws 1.1. Historiek en situering Aan de basis van Het Laatste Nieuws ligt Julius Hoste, een Tieltenaar
die in 1857 naar Brussel verhuisde en zich daar in Vlaamse initiatieven
engageerde. Hij wilde ook een Vlaamse volkskrant oprichten, en deze kwam er
met Het Laatste Nieuws in 1888. Het werd een Vlaamse, liberale, vrijzinnige
en volkse krant, en het succes bleef niet uit. Tijdens de Eerste Wereldoorlog
werd de publicatie stopgezet. Tijdens het interbellum bleef Julius Hoste directeur
terwijl hij de post van hoofdredacteur overliet aan zijn zoon Julius Hoste
jr. Bij het overlijden van Vader Hoste in 1933, nam Julius jr. de leiding van
het bedrijf over, terwijl Marcel Stijns hoofdredacteur werd. Deze ploeg
zorgde ervoor dat Het Laatste Nieuws naar een algemene informatiekrant met
veel aandacht voor sport evolueerde. Een enorme stijging van de oplage was
het gevolg. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verscheen de krant na een korte
onderbreking eerst onder Duitse censuur, later als gestolen krant van
VNV-strekking. Maar na de bevrijding is het oude Laatste Nieuws er
terug, en dat vanaf 9 september 1944. Met, net als voor de oorlog, Julius
Hoste jr. aan de leiding en Marcel Stijns aan de hoofdredactie. De krant
stelt zich onafhankelijk van de liberale partij op en tijdens de naoorlogse
periode verdwijnt het antiklerikalisme naar de achtergrond. Tijdens de
koningskwestie neemt de krant een voorzichtig standpunt in.[1] Het Laatste Nieuws zelf vermeldt voor 1947 en 1949 een
oplage van respectievelijk 289.741 en 302.000 exemplaren.[2]
De krant verschijnt zeven keer per week en evolueert van 6 à 8 pagina's in de
beginperiode tot 12 à 16 pagina's in 1950. Strips verschijnen vijf of zes
keer per week, afhankelijk van de reeks. Het formaat bedraagt 37 op 53 cm. 1.2. Strips uit Nederland, de VS en Scandinavië 1.2.1. Rikske en De Schepter De eerste stripfiguur die in Het Laatste Nieuws zijn
opwachting mag maken, is "Rikske" van Carl Anderson[3]. Vanaf 13 november
1945 kan de lezer dagelijks de fratsen en belevenissen van dit klein kaal
ventje volgen. Deze gagstroken verschijnen meestal zonder tekst en worden
verdeeld door Opera Mundi. De reeks loopt op het einde van 1950 nog door. Op een tweede reeks is het wachten tot mei 1946,
wanneer "De gestolen schepter" van start gaat. Deze anonieme[4] ondertekststrip wordt
verteld op humoristische toon en wordt uitsluitend geïllustreerd met zwarte
schaduwvlakken. Het verhaal begint op de dag dat de scepter van de
Middeleeuwse Koning Karel Drakenkop van Drakenburgia gestolen wordt door een
neef van hem, de Hertog van Gaapmaar. Een Robin Hood-achtige ridder, Rudolf
van Rammelburg, krijgt van de koning de opdracht om de scepter te
recupereren. Deze Rudolf is niet erg geliefd bij zijn mederidders en
edellieden, omdat hij regelmatig de buit van roofridders afneemt om ze onder
het volk te verdelen. Met behulp van een list – hij verkleedt zich als geest
– slaagt ridder Rudolf erin de scepter aan de koning terug te bezorgen,
waarna de verraderlijke hertog uit zijn kasteel gezet wordt en Rudolf
gehuldigd wordt. 1.2.2. Hans G. Kresse en Eric de Noorman Op 4 juli 1946 eindigt de "Schepter", een dag
later kan de lezer al kennis maken met de opvolging : Eric den Noorman.
Onderaan de tekeningen prijkt de handtekening van een dan nog onbekende
Nederlandse tekenaar, H.G. Kresse.
Twintig verhalen worden er in de periode 1946-1950 gepubliceerd, en
eind 1950 loopt de reeks nog altijd door. De Nederlander Hans G. Kresse werd in 1921 geboren en
ging vanaf 1943-1944 in de Marten Toonder-Studio's werken. Na een aantal
strips getekend te hebben, ontwierp hij na de oorlog het personage Eric de
Noorman, die via deze Toonder-Studio's in Het Laatste Nieuws terecht kwam.
Daarnaast zou hij ook nog aan andere reeksen werken, zoals Xander en Matho
Tonga.[5] "Heel lang geleden", zo begint het eerste
verhaal van Eric de Noorman, "De Steen van Atlantis". Eric, zoon
van Koning Wogram van de Noormannen, vertrekt per schip naar Franconia op
zoek naar een bruid. Maar hij komt in een futuristisch Atlantis terecht waar
vliegtuigen, atoomwagens en atoomwapens de normaalste zaken van de wereld
zijn. Hij komt er terecht in een machtsstrijd, waarbij
"luipaardmannen" de macht overnemen. In Atlantis leert hij onder andere de dwerg Pum Pum,
die hem geregeld op zijn tochten zou vergezellen en de hoogpriesteres Winonah
kennen, die later zijn vrouw zou worden. Uit dit huwelijk komt later de
kleine Erwin voort. In een later verhaal zouden ze nog terugkeren naar
Atlantis, in de hoop de situatie daar te redden, maar het loopt verkeerd, en
Atlantis wordt volledig vernietigd. Hoe hopeloos de situatie waarin hij terechtkomt ook is,
Eric zet altijd door en weet zich altijd te redden. Hij is een soort
"Middeleeuwse superheld" die geen opdracht of avontuur uit de weg
gaat en die met zijn boog nooit een schot mist. Hij maakt ook geen misbruik
van zijn afkomt : hoewel hij op een bepaald moment koning wordt, begeeft hij
zich tussen gewone (en minder gewone) mensen en blijft voor hen meestal
anoniem. De mensen komen meestal pas achteraf te weten wie hij eigenlijk is. Zijn aanleg om in de meest onmogelijke
situaties terecht te komen, is natuurlijk niet zo bevorderlijk voor het
familieleven. Maar de opdrachten gaan voor, Winonah en Erwin moeten maar
wachten … ook al duurt het soms jaren voor Eric weer eens thuis verschijnt.
Het volstaat dat hij nog maar denkt aan naar huis gaan, of er komt weer iets
tussen. Als het geen tovenares is die hem ontvoert, zorgen
zeerovers daar wel voor. Of hij komt als slaaf in Rome terecht, waar hij, na
Keizer Commodus in een tweegevecht verslagen te hebben, het aanbod krijgt om
zelf keizer te worden. Of hij krijgt van een tovenaar de opdracht naar
"Goudland" te varen en voor hem een scheepslading goud mee te
brengen, waarna een verrader daar natuurlijk mee vandoor gaat. Eric komt
zelfs aan het hof van de Chinese Keizer terecht, waar de Keizerin allerlei
sombere intriges smeedt. Verder gaat hij onder andere op zoek naar een
levenselixir en bestrijdt hij vloeken. En soms blijft het eenvoudig en
probeert Eric gewoon een prachtig paard te vangen. De science-fiction-elementen blijven beperkt tot
Atlantis. Maar dat neemt niet weg dat veel magische en fantastische elementen
een rol spelen in de reeks : dwergvolkeren, "water des levens",
vloeken, een giftige nevel, magiërs en tovenaars, mythologische figuren, en
ga zo maar door. En hoewel harde avonturen de hoofdaandacht opeisen, laten
personages zich soms van hun gevoelige kant zien : zo zijn er scènes waar
Eric en Winonah zich laten gaan, of nog een Chinese prinses die verliefd
wordt op Eric. Mannen moeten echter meestal sterk en stoer zijn, en de
waarden die het meest naar voor komen, kunnen omschreven worden als moed,
lafheid, trouw, verraad, dapperheid, … Eric komt ook meer dan eens terecht in
situaties waarbij verzetsgroepen of samenzweerders de machthebbers willen
omverwerpen. Hij kiest dan de kant van het recht, tegen het onrecht, zoals
hij ook wraak wilt nemen op de moordenaar van zijn vader. Eric wordt meer dan eens voorgesteld als "de
goede" in de strijd tegen "het kwade". Zo werd na de dood van
zijn vader, Koning Wogram, de macht overgenomen door een bloedige neef van
hem, die alleen geïnteresseerd leek in rooftochten. Eric doet er dan ook
alles aan om de macht terug in handen te krijgen en slaagt daar ook in. Zoals al gezegd, is "Eric de Noorman" een
Nederlandse reeks. Toch kreeg het Belgische Het Laatste Nieuws de eerste
publicatie ervan.[6]
En blijkbaar is Het Laatste Nieuws de enige krant die de verhalen in de
oorspronkelijke vorm gepubliceerd heeft. Andere kranten gingen telkens over
tot het inkorten van de (soms zeer lange) teksten.[7] Tot slot moet nog vermeld worden dat Albert Maertens,
die in 1954 directeur-generaal van Het Laatste Nieuws zou worden, over zeer
goede contacten beschikte met Anton de Zwaan en de Toonder-Studio's.[8] 1.2.3. Steve Canyon en Walt Disney Op 12 april 1947 verschijnt er een derde stripreeks in
Het Laatste Nieuwe. Deze keer een realistische ballonstrip : "Steve
Canyon" van de "bekenden Amerikaanschen kunstenaar"[9] Milton Caniff[10]. Caniff brengt
hiermee een typisch Amerikaans avonturenverhaal waarbij misdaadintriges,
complotten, liefdesgeschiedenissen en andere gebeurtenissen in elkaar
overlopen. Canyon heeft een eigen luchtvaartbedrijfje en komt door zijn
klanten in de meest bizarre situaties terecht. Op 15 oktober 1947 stopt de
publicatie echter bruusk, zonder dat het verhaal echt ten einde is … Hierna zal de rol van derde stripreeks soms overgenomen
worden door verstrippingen van Disney-tekenfilms. Deze verhalen verschijnen
in de krant rond het moment dat de tekenfilms in de bioscoop uitkomen[11].
Pinocchio is de eerste die aan de beurt komt, gevolgd door Bambi, Dumbo,
Melodie van het Zuiden, Pieter en de Wolf en Assepoester. In tegenstelling tot wat men van een product van de
Disney-studio's zou verwachten, zien sommige van deze verhalen er ronduit
slordig uit. Ook zijn de verhalen meestal vrij kort gebracht. Aan aandacht
ontbreekt het echter zeker niet : aankondigingen voor deze verhalen worden
bij hopen gepubliceerd. Sommige verhalen zijn ballonstrips, andere
ondertekststrips, en nog andere een combinatie van die twee. 1.2.4. Marten Toonder en zijn Panda In februari 1948 duikt dan Panda van Marten Toonder[12]
op. Zoals gewoonlijk in de strips van Toonder, spelen dieren er de rollen van
mensen, en wordt er gebruik gemaakt van onderteksten. Panda, een kleine panda
(natuurlijk), trekt rond op zoek naar iemand die hem een vak kan leren. Maar
ongelukkig genoeg voor hem komt hij telkens terecht bij zonderlinge figuren
en bedriegers. Zo wordt hij regelmatig geconfronteerd met de sluwe vos Joris
Goedbloed, een dief en bedrieger, die erin slaagt iedereen (inclusief Panda)
altijd rond zijn vinger te draaien. Hij en Panda zijn blijkbaar gedoemd om
met elkaar om te gaan, want hoezeer Panda ook probeert Joris af te schepen en
met hem te breken, het lukt hem niet. Goedbloed, die allerlei beroepen
"uitoefent", blijft hem dan ook gebruiken voor zijn snode plannen,
en laat niet na de schuld op Panda te schuiven om zelf te ontkomen. In de loop van de verhalen[13] gaan ze samen op zoek
naar de verloren schat van koning Emeric, gaat Panda in de leer bij een
detective en lost daarbij een diamantendiefstal op, leert hij vliegen bij een
lichtjes gestoorde uil die ook wel piloot is, belandt hij samen met Joris
Goedbloed (nu als goochelaar) bij een sultan in Dagbad, probeert hij de
diefstal van een smaragd te vermijden, neemt hij met een mechanisch paard
deel aan een wedstrijd en belandt hij als leeuwentemmer in een circus. Deze Toonder-reeks die vooral op jongere lezers gericht
is, heeft het nadeel nogal in herhaling te vallen. Een hele hoop personages
heeft moeilijkheden om de naam van Panda te onthouden, of spreekt die
verkeerd uit. En ook een hele hoop personages (waaronder Joris Goedbloed)
zijn eigenwijze types die alles beter weten, de verdiensten naar zich
toeschuiven als iets lukt, en de schuld op anderen steken als iets mislukt. Ook typisch Toonder, zoals uit zijn andere reeksen zal
blijken, is het feit dat politieagenten meestal redelijk dom en heel
procedure-achtig zijn. Ze vragen een hoop papieren op, maar denken niet
verder, houden de achtervolgers aan, en luisteren niet naar wat hen gezegd
wordt. Enkele politieke items komen aan bod, hoewel ze niet
veel voorkomend zijn. In "Panda en de meester-vlieger" komt opeens
een deurwaarder eisen dat vlieger Oehoe zijn belastingen betaalt. Hij kan
echter onmogelijk betalen. Hij besluit dan samen met Panda deel te nemen aan
een "reis-rond-de-wereld-wedstrijd", die ze ook winnen. Maar net
als ze hun prijs gekregen hebben, staat de deurwaarder al daar. Oehoe moet
een pak belastingen betalen, en na ook zijn rekeningen betaald te hebben,
blijft er niets meer over om met Panda te verdelen. Ook uitvindingen spelen een politieke rol. In
"Panda en de professor" draait alles rond de diefstal ven een
versteningstoestel, dat toelaat mensen volledig te laten verstenen. Op het
einde van het verhaal stelt een man van de regering voor om het toestel te
kopen. Maar aangezien het zou gebruikt worden voor oorlogsdoeleinden, vindt
Panda het zijn plicht de uitvinding te vernietigen. Panda heeft blijkbaar
geen vertrouwen in de plannen van zijn regering. De uitvinding in "Panda en de
Meester-geleerde" is dan veel braver. In dit verhaal maakt Panda kennis
met professor Kalker, een enorm verstrooide en vergeetachtige geleerde. Twee
boeven proberen één van zijn uitvindingen te stelen, maar door hun
onhandigheid worden ze door een toestel van de professor gegrepen. Ze komen
er mooi ingepakt, in cellofaanpapier en met een strikje rond, terug uit, en worden
daarna ingerekend door de politie. En Panda heeft onmiddellijk het nut van de
uitvinding ingezien : "Het is een prachtige uitvinding – luister maar
goed ! Als ge de krant goed leest, dan leest ge, dat ons land moet uitvoeren.
Maar in het buitenland willen ze onze dingen niet kopen omdat ze niet mooi
genoeg zijn ingepakt. En wat de professor heeft uitgevonden is nu een
verpakkingsmachine voor de uitvoer !"[14] De uitvinding is dus
een succes, want zelfs de "Minister van Uitvoer en
Verpakkingsaangelegenheden komt professor Kalker bedanken. Of hoe Marten
Toonder aan de Nederlandse uitvoerproblemen een humoristische draai geeft, en
een oplossing brengt door het aanbieden van mooie verpakkingen. In hetzelfde verhaal blijkt het syndicalisme ook bij
misdadigers te hebben toegeslagen. Een handlanger zit bij zijn baas constant
aan te dringen over de regels van de "Boevenbond" die moeten
gerespecteerd worden : middagpauze, extra betaling bij risico's, enzovoort. 1.2.5. Optimist, Adamson en Het hoekje voor de jeugd Twee Scandinavische gagreeksen komen vanaf oktober 1948
het plaatje nog vervolledigen. Dagelijks verschijnt een verticale strook van
"Optimist", van de hand van de Deen Ostrup. En elke woensdag wordt
deze vervangen door een aflevering van Adamson[15].
Beide reeksen worden verdeeld door PIB. Nog meer strips zijn er in Het Laatste Nieuws te vinden
op de jeugdpagina, die vanaf 1 juli 1948 in de krant opgenomen wordt.
Wekelijks worden er meestal twee reeksen gepubliceerd. Naast het meer
documentaire "Stanley en Livingstone", een nogal moraliserende
biografie van de ontdekkingsreizigers, worden vooral gagstroken en -platen
uit de Toonderstudio's gepubliceerd : "De Apenstreken van Sim en
Pans" van Wim Lensen[16], "Avonturen van
Bas en Van Der Pluim", een olifant en een eekhoorn en "Wat gebeurt
er, Baron Bluff ?" van Marten Toonder, waarin een baron zich van zijn
domste kant laat zien. Verder ook nog "O'Gust, de dierenoppasser"
van een zekere Philipsen. 1.3. Besluit Het Laatste Nieuws begint strips op te nemen vanaf november
1945, en bevindt zich daarmee in de middengroep van Belgische kranten. Al
snel worden dagelijks drie tot vier reeksen gepubliceerd, die in enkele
groepen te verdelen zijn. Als eerste groep heeft men de Nederlandse
ondertekststrips van de Marten Toonder Studio's (Eric en Panda), daarnaast de
Amerikaanse ballonstrips van Opera Mundi (Rikske, Disney, Steve Canyon) en
tenslotte de Scandinavische gagstroken Optimist en Adamson. Het Laatste Nieuws is een krant die ongelooflijk veel
aankondigingen publiceert, met aandacht voor de auteurs en de inhoud van de
verhalen. Per verhaal publiceert de krant meestal twee/drie, soms tot acht
van die aankondigingen. Op de periode 1946-1950 zijn het er 135 in totaal.
Geen enkele krant doet hen dat na, en het bewijst dat Het Laatste Nieuws wel
degelijk haar strips uitspeelt tegenover de lezers. Bij de strips zelf worden
de namen van de auteurs soms in de titel, soms als handtekening vermeld. Wat politieke inhoud betreft, zijn de gepubliceerde
verhalen heel mager. Uitzondering zijn enkele situaties en opmerkingen in
Panda. Wel politiek interessant is de volgende opmerking van Henri Christiaen
in zijn artikel over Albert Maertens en strips : "Te onthouden valt dat
onmiddellijk na de oorlog de directie van de krant – conform haar politiek en
filosofisch gedachtegoed – ook een consequent correcte houding hanteerde bij
het al dan niet accepteren van stripwerk. Zo werd Willy Vandersteen wandelen
gestuurd toen hij zijn tekeningen presenteerde bij de redactie."[17] |
[1] De Bens (Els).
Op. Cit., p. 309-310 ; Campé
(René), Dumon (Marthe) & Jespers (Jean-Jacques). Radioscopie
de la presse belge. Verviers, Marabout, 1975, p. 182-192 ; Maertens (Albert). 100 jaar Het Laatste Nieuws. In : De Vlaamse Gids,
jan-feb 1988, jg. 72, deel 1, p. 32-38 ; Bracke
(Nele)2. Het Laatste Nieuws. In : NEVB, Op. Cit, p. 1763-1764
[2] HLN, berichten op 1/1/1948, p. 1
& 1/1/1950, p. 1 (vastgesteld door een gerechtsdeurwaarder)
[3] Amerikaanse stripauteur, geboren in 1865. Het
personage Rikske (in de oorspronkelijke versie Henry) creëerde hij in 1932 en
twee jaar later maakte hij er een stripreeks van. In 1942 werd hij door ziekte
langzaam aan verplicht de reeks door te geven aan zijn assistenten Don Trachte
en John Liney. Anderson stierf in
1948. (Gaumer
(Patrick)1. Dictionnaire
mondial de la Bande Dessinée. Larousse, 1998, p.
20-21 ; Horn (Maurice)1
(ed.). 100 years of American newspaper comics. NY, Gramercy Books, 1996,
p. 144-145). Het is niet duidelijk
of de stroken in Het Laatste Nieuws nog van Anderson zelf zijn, of van zijn
opvolgers.
[4] In de eerste strook is wel een
handtekening te zien, maar die is totaal onleesbaar. Het verhaal blijkt echter
van de hand van de Nederlander Piet van Elk te zijn en werd oorspronkelijk in
1942 gepubliceerd onder de titel "Avonturen van Ridder Rudolf en de
Verdwenen Scepter".
[5] Hans G. Kresse. Op : http://www.lambiek.net/aanvang/kresse.htm (19/5/2006) ; Eric de Noorman en de anderen uit het
werk van Hans G. Kresse. 's Gravenhage, Panda, 1998, p. 32
[6] Mogelijk is één of andere Scandinavische
krant Het Laatste Nieuws nog voor, maar dit is totaal niet zeker. (Van Eijck (Rob). Eric de Noorman historisch belicht. In : Kresse (Hans G.). Eric de Noorman, volledige werken, deel 2. 's Gravenhage, Panda, 2000, p. 7-8). De
eerste publicatie in Het Laatste Nieuws zorgde er ook voor dat deze krant de
deadline voor het leveren van de stroken bepaalde, en Kresse durfde wel eens te
laat zijn. Rob Van Eijck schrijft hierover : "Bekend is het verhaal dat
zijn echtgenote regelmatig met de nieuwste stroken naar Het Laatste Nieuws in
Brussel moest reizen, terwijl Hans Kresse zelf tegelijkertijd de teksten
dicteerde. Ook in de nagelaten correspondentie is het te laat inleveren van
strips een voortdurend terugkerend thema." (Van Eijck (Rob).
Op. Cit., p. 22)
[7] Van Eijck (Rob). Op. Cit., p. 17
[8] Christiaen
(Henri). Een rijk en boeiend stripverleden. In : Albert Maertens : sociaal bewogen
& liberaal. Gent, Liberaal Archief, 2001, p. 151-155
[9] HLN, aankondiging op 12/4/1947,
p. 1
[10] Amerikaanse stripauteur, geboren
in 1907. In de jaren 1920 begon hij met het maken van illustraties en in het
begin van de jaren 1930 begon hij strips te publiceren, waaronder de bekende
reeks "Terry and the pirates". Zijn Steve Canyon startte op 19
januari 1947 in de Amerikaanse pers. (Gaumer
(Patrick)1. Op.
Cit., p.
137-138 ; Horn (Maurice)1 (ed.). Op.
Cit., p.
357-358)
[11] Tijdens de publicatie van een
verhaal, is er ook wel ergens een recensie te zien.
[12] Uitgebreide informatie over de
Nederlandse auteur Marten Toonder volgt in het deel over Het Volk.
[13] In Het Laatste Nieuws worden tot
eind 1950 de verhalen 1 tot 6 en 14 tot 18 gepubliceerd. Hierdoor loopt de
krant eerst dertien maanden, en na de sprong twee maanden achter op de
publicatie in de Nederlandse pers.
[14] Marten Toonder. Panda en de
meester-geleerde. (HLN, 20/12/1950)
[15] Adamson werd in het leven
geroepen door de Zweedse auteur Oscar Jacobson. Bij zijn dood in 1945 werd de
reeks verdergezet door zijn Deense collega Viggo Ludvigsen. (Gaumer (Patrick)1. Op. Cit., p. 5-6)
[16] Nederlandse stripauteur, geboren
in 1914. Lensen was één van de eerste medewerkers van Marten Toonder en werkte onder
andere mee aan Tom Poes. De reeks "Sim en Pans" verscheen
oorspronkelijk in Tom Poes Weekblad. (Wim Lensen. Op : http://www.lambiek.net/lensen_wim.htm
- 19/5/2003)
[17] Christiaen (Henri). Op. Cit., p. 155. H. Cristiaen
heeft mij in een e-mail bevestigd dat de reden voor de weigering (waarover hij
in het artikel zeer vaag blijft) de oorlogsproductie van Vandersteen is. Hij
zou namelijk niet al te zuivere tekeningen en cartoons gepubliceerd hebben in de
collaboratiepers. En aangezien er bij Het Laatste Nieuws nogal wat mensen van
het verzet rondliepen, werd een zeer kritische houding aangenomen. (e-mail van
Henri Christiaen, 9/10/2002). Over Vandersteen meer informatie in het deel over
De Nieuwe Standaard.